Naar zijn mening heeft dit geen enkele zin. Bovendien is het maar voor één jaar. Volgend jaar zijn er commissies en alsdan kunnen dergelijke zaken in die commissies wor den besproken. Wat betreft de opmerking van de heer Hulshof, dat de raad voor aap wordt gezet met betrekking tot het instellen van commissies, zegt de voorzitter, dat met de voorbereidin gen is begonnen en dat in de volgende vergadering voor stellen zullen worden gedaan. Hij is het danook niet eens met deze opmerking. De heer Sturris attendeert burgemeeste1 en wethouders erop dat zij niet teveel commissies moeten instellen. Zijns inziens is er altijd een vertrouwen geweest tussen de raad en burgemeester en wethouders. Om dit nu op alle mogelijke manieren te gaan doorkruisen, zegt hij, hier niet voor te voelen. De heer Hulshof zegt, dat bij de behandeling van de be groting al deze voorsMlen aan de orde zijn geweest. Hij wilde daar toen over praten, maar dit was niet mogelijk. Gezegd werd, dat de voorstellen met betrekking tot het instellen van commissies bijna klaar waren en dat die voorstellen in die commissies zouden worden behandeld. Nu komt men met deze voorstellen, terwijl over commissies niet gepraat wordt. In de tweede plaats heeft hij gesproken over het badhuis. Hij vraagt, hoe het komt, dat een raadsbesluit genegeerd wordt en dat nu het badhuis weer geopend is voor het publiek. In de vorige vergadering werd gezegd, dat hier over niet meer gepraat kon worden. De voorzitter antwoordt, dat het badhuis ten behoeve van de bejaarden weer enkele uren is opengesteld. De zaak is opnieuw bekeken en gebleken is, dat dit kon zonder dat hieraan hoge kosten verbonden waren. De heer Hulshof interumpeert de voorzitter en zegt, dat hij naar aanleiding van de notulen niet over het badhuis mocht praten. Nu wordt het badhuis ineens weer wel ge opend. Spreker is het daarmee wel eens, maar vindt, dat daarover gepraat had moeten worden. Hij vindt het be treurenswaardig, dat de raad hierover niet ingelicht is, en dat burgemeester en wethouders dit besluit genomen hebben. Spreker zegt, dat, toen hij over deze zaak wilde praten, hem werd gezegd, dat hij niet op een raadsbesluit terug kon komen. Een week later wordt evenwel een bekend making in "De Westbrabander" geplaatst, dat het badhuis weer geopend is en is men dus toch op dit raadsbesluit terug gekomen. De voorzitter antwoordt, dat, wanneer dit inderdaad zo is, dit niet juist is en hij biedt hiervoor zijn veront schuldigingen aan. Uit het betoog van de heer Hulshof begrijpt hij evenwel, dat deze uit zakelijk oogpunt be zien, dit besluit wel waardeert. De heer Hulshof zegt vervolgens, dat sluiting van het bad huis geen voordelen oplevert. De heer Bierkens spreekt dit tegen. Wanneer het badhuis op vrijdag geopend wordt, dan betekent dit, dat donderdag al begonnen moet worden met het verwarmen van de douche ruimten en andere werkzaamheden. De heer Hulshof zegt, dat hierover nooit is gesproken.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1975 | | pagina 28