NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente
Dinteloord en Prinsenland, gehouden op dinsdag, 28 januari
1975, des avonds om 7.30 uur.
Aanwezig de heren: P.J.Boluijt, A.de Feijter, G.H.Migchiel-
sen, J.de Visser, F.Hulshof, M.CSturrisJ.C.Vriens,
G.M.G.J.M.van Steen, A.A.van der WieleI.A.Buscop en S.M.
Bierkens.
Voorzitter: de heer H.D.W.Boven.
Sekretaris: de heer N.Littooij.
1De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van
het formuliergebed.
Hierna zegt hij het volgende:
"Het is een goede gewoonte om in de eerste vergadering
"van de gemeenteraad in het nieuwe jaar, een ogenblik
"stil te staan bij wat het afgelopen jaar heeft gebracht
"en welke verwachtingen er zijn voor het nieuwe jaar.
"In de eerste plaats wil ik deze gelegenheid aangrijpen
"om u - voorzover niet op de nieuwjaarsreceptie aanwezig
"voor het jaar 1975 Gods zegen - en dus alle goeds - toe
"te wensen, voor uw persoon, voor uw gezin en uw werk,
"ook voor uw werk in het belang van de gemeente.
"De in 1974 gehouden gemeenteraadsverkiezingen hebben
"weliswaar in de samenstelling van uw college enige wij
zigingen gebracht, doch deze wijzigingen vermochten geen
"verandering aan te brengen in de samenstelling van het
"college van burgemeester en wethouders.
"Voor mij persoonlijk, die in 1974 tot uw nieuwe voor
zitter werd benoemd, was het een geruststellende gedach-
"te om tezamen met de wethouders Bierkens en Buscop lei-
Zing te geven aan het dagelijks bestuur van de gemeente,
"daarbij profiterend van de ervaring en praktische kennis
"van beide personen.
"Helaas hebben wij ook moeten konstateren hoe broos het
"leven is en dat de dood op het onverwachts kan toeslaan.
"Het lid van uw raad, de heer de Jong, die met enthousias
"me zijn funktie als raadslid uitoefende, is .ons door de
"dood ontvallen.
"Het werk gaat evenwel door en ook het gemeentelijk leven
"kent geen stilstand. Het is als overheid onze taak om
"het welzijn van de ingezetenen van de gemeente te bevor-
"deren door het steeds meer en beter bewoonbaar maken van
"de gemeente, in het bewerkstelligen, althans de uitvoer
baarheid mogelijk maken van die voorzieningen, die goed
"en noodzakelijk zijn voor de gemeente en haar inwoners
"en die het woon- en leefklimaat veraangenamen.
"Het zou in dit kader te ver voeren - al is het wel ver-
"leidelijk - om een bespiegeling te gaan houden over de
"zegen van het lokale bestuur en over de pogingen, die
"steeds maar weer opnieuw door de rijks- en provinciale
"overheid worden ondernomen om dit grote goed te bagatel
liseren en door een te grote bemoeizucht en betutteling
"ongedaan te maken.
"Te veel laat de hogere overheid zich in met zaken, die
"behoren tot de autonomie der gemeente, al te vaak wordt
"overgedaan datgene wat de gemeente, geadviseerd door de
"beste deskundigen, reeds heeft uitgedacht en al te vaak
"wordt een beslissing opgehouden door futuliteiten, die
"men meent te moeten opmerken, daarbij het grote geheel
-2-
