-9-
VOTERING 15.Een voorstel van "burgemeester en wethouders d.d. 28 novem-
KREDIET "ber 1975 om een krediet te voteren van 3*683, ten
AANSCHAF behoeve van de aanschaf van een maaimachine.
MAAIMACHINE. Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
VOTERING 16.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 novem-
KREDIET T.B.V. ber 1975 om een krediet te voteren van. 40.300, ten
VERVANGING behoeve van de vervanging van 44 lichtmasten aan de Molen-
LICHTMASTEN. dijk en de Havenweg.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangenomen.
VOTERING
VOORBEREI-
DINGSKREDIET
T.B.V. BAGGE
REN HAVEN.
17.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 19 novem
ber 1975 om een voorbereidingskrediet te voteren ten be
hoeve van het baggeren van de haven.
De heer Sturris wil, alvorens al dan niet zijn stem aan
dit voorstel' te geven, worden geïnformeerd over het nut
van de haven en voor welk doel de haven bevaarbaar moet
worden gemaakt.
Demping van de haven vindt spreker de enige en beste op
lossing. De Havenweg zou daarna aan allure kunnen winnen
en een bijzondere, aantrekkelijke invalsweg kunnen worden.
Hiervoor zou spreker wel een krediet willen voteren.
De heer van Steen is het eens met de heer Sturris. In de
commissie van openbare werken heeft hij dit ook naar vo
ren gebracht.
De heer Hulshof zegt, dat in de commissie van openbare
werken zowel de demping als het uitbaggeren van de haven
is overwogen. De commissie wilde voor beide onderdelen
een voorbereidingskrediet voteren.
Daarna zou pas een beslissing worden genomen of tot dem
ping of tot uitbaggering zou worden overgegaan.
De heer de Visser gelooft, dat demping van de haven meer
zal kosten' lan"uitbaggeren. Spreker vindt demping van de
haven een verarming voor Dinteloord. Het karakter van het
dorp wordt daarmede veranderd. Om die reden was hij des
tijds ook' tegen demping van de kreek.
Zijns inziens zou uit een enquete onder de bevolking ook
blijken, dat demping geen voorkeur heeft.
De heer Bolui it vraagt zich af, of demping mogelijk is.
Hij meenTT* dat de haven als waterlozing van de polder fun
geert.
De voorzitter antwoordt, dat het college van burgemeester
en wethouders niet voornemens is een voorstel te doen om
een krediet te voteren voor demping van de haven. Hij is
het eens met de heer de Visser, dat het karakter van het
dorp daardoor zou veranderen en veel van zijn charme zou
verliezen.
Spreker ziet de noodzaak er niet van in om ter plaatse
een grote invalsweg te maken. Het zou zijns inziens een
woeste steenmassa worden, waarmee niets gedaan kan worden.
Hiermee heeft hij een deel van het nut van de haven ver
klaard. Bovendien wordt vaak water uit de haven gepompt,
waardoor deze droog komt te staan.
De voorzitter gelooft bovendien, evenals de heer de Vis
ser, dat demping van de haven meer kosten met zich zal
brengen dan het uitbaggeren en opknappen van de haven.
-10-