De heer van der Wiele zegt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
"In het algemeen kan onze fraktie met deze wijzigin-
"gen van de verordening instemmen, al is het toch een te
"groot woord om een verordening goed te keuren; maar het
"is nu eenmaal noodzaak om een belasting te heffen.
"Ik heb nog wel enkele opmerkingen.
"In de eerste plaats stelt u in het schrijven aan de raad,
"dat de gebruikers, alsook de zakelijk genothebbenden,
"door ons in kennis zijn gesteld omtrent de getaxeerde
"waarde van hun onroerend goed".
"Nu, ik heb van verschillende mensen gehoord, dat dit nog
"niet het geval is.
"In de tweede plaats: De mensen, die niet op de riolering
"van de gemeente zijn aangesloten (en nu bedoel ik niet
"de bewoners van Havenweg, Molendijk en Stoofdi jk, die
"als de plannen doorgaan toch in 1976 riolering krijgen),
"maar de bewoners, die buiten de kom der gemeente wonen,
"is hun onroerend goed getaxeerd zonder of met riolering,
"want deze bewoners zouden dan betalen voor een voorzie-
"ning, die ze niet hebben en men zou later moeilijkheden
"krijgen. Men denke aan de baatbelasting."
De heer Sturris heeft bij zijn algemene beschouwing bij
de behandelingvan de gemeente-begroting, zijn stem al
verheven tegen de maximum-opbrengst van de onroerend goed-
belastingen.
Spreker blijft bij zijn toen ingenomen standpunt en vindt,
dat er dan maar een niet-sluitende begroting moet komen.
De oorzaak daarvan is dan naar zijn mening niet de lagere
opbrengst van de onroerend goedbelastingen, maar de on
verantwoordelijke hoge uitgaven voor sport en recreatie.
Ook de heer Sturris zegt, dat de getaxeerde waarde van
zijn pand hem niet is medegedeeld, zoals in het voorstel
staat vermeld.
De heer de Feijter vraagt, hoe men aan de verdeelsleutel
12:15 is gekomen.
De voorzitter antwoordt, dat dit een wettelijk voorschrift
is.
Hij zegt vervolgens, dat de eigenaren en de gebruikers
inderdaad nog niets is medegedeeld over de getaxeerde
waarde van de panden.
Dit was ook nog niet mogelijk, omdat de situatie moest
worden weergegeven per 1 januari 1976. Het is danook niet
juist, dat dit in het voorstel staat vermeld. Het is wel
de bedoeling, dat deze mededelingen zo spoedig mogelijk
nè. 1 januari 1976 worden verzonden.
Spreker zegt voorts, dat de schatting is geschied naar de
situatie van de panden, waarin, zij zich bevinden. Wanneer
een woning in het buitengebied niet is aangesloten op de
gemeentelijke riolering, dan is daarmede bij de bepaling
van de waarde van de woning rekening gehouden.
Voor wat betreft de opmerking van de heer Sturris, dat het
maximum-percentage van 27 van de rijksuitkering wordt ge
nomen, zegt de voorzitter, dat dit niet meer het geval is.
In verband met de uitbreiding van de bevolking is de
rijksuitkering gewijzigd, waardoor een deel ongebruikt
is. Dit bedrag wordt geschat op 44.000,