-31- Bij de vaststelling van de onroerend goedbelasting vorig jaar, is door de heer van Steen het idee geopperd om de baatbelasting af te schaffen» Dit lag ook voor de hand, om dat als grondslag is genomen de economische waarde. Dat be tekent voor de mensen, die in het buitengebied wonen, dat bij de schatting van de waarde van de verschillende onroe rende goederen, rekening is gehouden met deze voorzieningen. Bij de invoering van de onroerend goedbelastingen gaat dat dus betekenen, dat een aantal personen dubbel belast gaat worden, wanneer de baatbelasting gehandhaafd zou blijven. Spreker zegt, dat dit punt het gehele jaar, na de vast stelling van de onroerend goedbelasting, ter tafel is ge weest en hij vindt het danook verwonderlijk, dat de heer Hulshof nu zegt, dat plotseling dit voorstel wordt^gedaan. Deze zaak is ook besproken in de commissie financiën. Wat betreft de vraag van de heer Hulshof over het aantal aanslagen, antwoordt de voorzitter, dat dit staat vermeld in het prae-advies aan de raad. In 1975 zijn voor de baat belasting elektriciteit 82 aanslagen verzonden en voor de baatbelasting waterleiding 55 aanslagen. De jaarlijkse las ten zijn geraamd op 22.985,waar tegenover staat de jaarlijkse ontvangst van 11.700, De jaarlijkse uitgaven van de gemeente worden tengevolge van de kapitaallasten, dus maar voor ongeveer de helft ge dekt. Deze lasten blijven doorlopen, tot dat de aflossing is voltooid. Wanneer de raad het voorstel aanneemt, dan valt de ont- vangstpost van 11.700,weg. Met betrekking tot terugbetaling van de belasting aan per sonen, die het gehele bedrag ineens hebben afgekocht, zegt de voorzitter, dat burgemeester en wethouders hebben gere deneerd zoals de K.V.P.-fraktie naar voren bracht. Toen de voorzieningen werden getroffen, hebben de personen, die hiervoor werden aangeslagen, de keuze gehad om jaarlijks belasting te betalen of het bedrag ineens naar de gekapita liseerde waarde af te kopen. Spreker zegt, dat die personen, die het bedrag ineens heb ben afgekocht, hierin wel voordelen hebben gezien en hij voelt er danook niets voor, nog afgezien van de financiële konsekwenties, om deze personen een bedrag terug te betalen. Bovendien zijn deze personen er destijds op gewezen, dat de baatbelastingen ingetrokken zouden kunnen worden, voordat de tijd verlopen zou zijn. De heer Bierkens voegt hieraan toe, dat ook de omgekeerde volgorde dan moet worden toegepast. Hij denkt hierbij aan de verhoging van de grafrechten. Een aantal mensen hebben de graven afgekocht en deze hebben er nu voordeel van. Het is niet mogelijk om hen alsnog de verhoogde rechten te la ten betalen. De heer de Visser zegt, dat die personen wel een financieel nadeel hiervan hebben. Hij is het overigens eens met de motivering van burgemeester en wethouders. Hij is er van overtuigd, dat terugbetaling niet mogelijk is. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel aan genomen. VASTSTEL- 9. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 november LING BEDRAG 1975 om over te gaan tot vaststelling van het bedrag per PER LEERLING, leerling voor de openbare basisschool, op 267,50 per leerling en tot vaststelling van het bedrag ter bestrij ding van de administratiekosten op 28,50 per leerling, -32-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1975 | | pagina 188