is, omdat hij ook niet weet hoe die herindeling uit zal vallen. De heer van der Wiele meent, dat er niet aan te ont komen is. De voorzitter zegt, dat dit ook zijn bezwaar is tegen het advies van de V.N.G., die zegt, het plan komt zo in de Tweede Kamer, dus laten we het zo maar doen. Spreker zegt, dat in deze niet het wezen van de zaak voorop staat, maar dat hetzelfde zich voordoet, zoals is gebeurd met het al dan niet afsluiten van de Ooster- schelde; dat niet het belang van de mensen die achter de dijken wonen voorop staat, maar dat het in eerste instantie een politieke zaak is. Spreker vindt dit uitermate jammer om de zaak op zich en in het bijzon der omdat dit onze democratie in diskrediet brengt. De voorzitter zegt, dat de heer van der Wiele heeft gesteld, dat Bergen op Zoom tegen dit plan is omdat Breda dan hoofdstad zou worden. Hij gelooft hierin niet. De minister heeft gezegd dat 26 geen heilig getal voor hem is en hij gelooft danook nietdat Noord- Brabant in vier provincies wordt opgedeeld. In tweede instantie brengt de heer Hulshof naar voren, dat de voorzitter eerst heeft gezegd, dat geen steun of ruggespraak behoeft plaats te vinden met de achter ban. Voor het opstellen van het antwoord op dit plan echter, zegt hij dat met een aantal gemeenten is afgesproken om het antwoord zo op te stellen. Spre ker vraagt met welke gemeenten is gesproken en deze afspraak is gemaakt. De voorzitter antwoordt, dat in het college van advies van het streekgewest is afgesproken, dat de gemeenten niet ieder een antwoord zouden formuleren, maar dat alle gemeenten eenzelfde antwoord zouden versturen. Dit is gedaan, omdat men meent, dat zo'n antwoord eerder gehoord zou worden. De heer Hulshof zegt, dat dus last en ruggespraak heeft plaats gevonden. Wanneer die gemeenten allen vóór 26 mini-provincies geweest zouden zijn, en Dintel- oord alleen een afwijkende mening had gehad, dan zou toch het advies van de gewestraad gevolgd zijn en had de raad een ander voorstel bereikt. De voorzitter vindt dit een dwaas verhaal. Juist de grote gemeenten hebben zich voor wat betreft de groot scheepse gemeentelijke herindeling, zich geconformeerd aan datgene, wat de kleine gemeenten hebben gezegd. Bovendien is dit geen kwestie van last en ruggespraak, maar is het gewoon een afspraak. De heer Hulshof merkt op, dat alle gemeenten zich aan die afspraak hebben gehouden. De V.N.G. echter heeft ook "ja" gezegd tagen het plan van de minister en heeft er geen blijk van gegeven dat zij het eens was met de kleinere gemeenten. De voorzitter antwoordt, dat de V.N.G. alleen akkoord is gegaan met de drie bestuurslagen. De heer Hulshof zegt, dat de voorzitter in zijn betoog heeft gesteld, dat de financien niet zijn geregeld.Dit is, zijns inziens, ook het geval bij de gewesten.Daar is dit ook niet gebeurd. De gewesten zijn naar zijn mening een vierde bestuurslaag, die over financien moeten kunnen beschikken met betrekking tot het aan-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1975 | | pagina 144