-10-
Spreker zegt, dat nu reeds gesteld kan worden, dat
de lokalen nodig zijn en zeker nodig zullen zijn
wanneer een groei wordt verwacht.
De voorzitter merkt vervolgens op, dat wanneer in de
toekomst blijkt, dat de openbare school te klein is,
op dezelfde manier gewerkt zal worden en dat alsdan
ook deze school uitgebreid zal worden. Spreker vindt
het danook onjuist om de openbare school tegen de
Chr.NatSchool uit te spelen.
De heer Hulshof zegt, dat het bewijs er al is, dat
de openbare school te klein is. Spreker is bang, dat
wanneer de Chr.NatSchool uitgebreid wordt met 2
permanente lokalen, men aangewezen is op die school,
ook al is men voorstander van openbaar onderwijs.
Wanneer op de openbare school geen plaats is, dan is
men wel gedwongen om naar de Chr.NatSchool te gaan,
waar dan wel plaats is.
Wanneer daarna de openbare school uitgebreid wordt,
moeten de kinderen van de Chr.Nat.School gehaald wor
den om alsdan weer naar de openbare school te gaan.
De voorzitter begrijpt de woorden van de heer Hulshof
niet. Momenteel is de Chr.NatSchool te klein.
De heer Hulshof merkt op, dat ook de openbare school
te klein is.
De voorzitter ontkent dit. Hij herhaalt, dat de Chr.
Nat.School te klein is en dat nu twee lokalen als
leslokaal in gebruik zijn, die vrij moeten blijven.
Ook de cijfers wijzen duidelijk uit, dat er nog groei
zal zijn. Spreker meent danook, dat er niets bijzon
ders aan de hand is.
De heer de Visser vraagt of de prognose wel goed
doordacht is.
De voorzitter antwoordt, dat deze prognose pas enkele
weken geleden is gemaakt.
De heer de Visser heeft de prognose van Stad en Land
schap gelezen en vraagt of er voldoende rekening is
gehouden met de veranderde situatie.
De voorzitter zegt nogmaals, dat recente landelijke
normen zijn gebruikt hij het samenstellen van de
prognose
De heer van der Wiele tilt niet zo zwaar aan prognoses.
Het gaat er nu om of het noodzakelijk is, dat de Chr.
Nat.School wordt uitgebreid.
De voorzitter zegt, dat de noodzaak er nu reeds is.
Nu wordt les gegeven in de gemeenschapsruimte en in
het vaklokaal.
De heer Bierkens merkt op, dat ook met de toekomst
rekening gehouden moet worden.
De heer Hulshof hoort van de heer Boluijt, dat er op
de Chr.NatSchool momenteel geen ruimte is om mensen
te ontvangen. Spreker wijst er op, dat de leerlingen
op de openbare school in drie lokalen zitten en dat
er daar ook geen ontvangstruimte is, behalve een
klein kantoortje, evenmin is er een vaklokaal.
De heer Boluijt zegt, dat het daarom noodzaak is om
tijdig maatregelen te nemen, wanneer dit urgent is.
De heer Hulshof zegt, dat dat reeds nu urgent is.
-11-