De heer Bierkens antwoordtdat niet uitgegaan wordt van
het aanbod van werk, maar van het aantal potentieel gega
digden dat voor plaatsing in aanmerking komt. Gebleken is,
dat de 3 werkplaatsen over het algemeen goed bezet zijn en
dat verwacht wordtdat in Btten-Leur nog een groter aan
bod zal komen.
De heer Hulshof vraagt of er een onderzoek in die richting
is gedaan.
De heer Bierkens antwoordt, dat dit wel gedaan zal zijn.
Het ministerie van sociale zaken heeft deze zaak grondig
onderzocht, alvorens een principe-beslissing te nemen.
Spreker zegt, dat het eigenlijk gaat om een uitbreiding
of vervanging van een bestaand gebouw. Het zou iets anders
zijn, als er iets bij gebouwd zou worden. Dan zouden de
gestelde vragen terecht zijn. Het huidige gebouw voldoet
niet meer aan de veiligheidseisen.
De heer Hulshof zegt, dat de omstandigheden veranderen.
De textielindustrie gaat achteruit en gezocht moet worden
naar andere mogelijkheden.
De heer Bierkens merkt op, dat er toch een gebouw moet
zijn.
De heer van der Wiele zegt, dat er voor hem toch nog wel
vraagtekens zijn. Hij zou het daarom beter vinden, dat
het voorstel wordt teruggenomen om de zaak opnieuw te be
kijken.
Hij is het eens met de heer Hulshof, dat de textielindus
trie nu reeds achteruit gaat.
De heer Bierkens zegt, dat het hier gaat om geestelijk- en
lichamelijk gehandicapten. Het is niet mogelijk om deze
mensen te dwingen ander werk te gaan doen dan waarvoor ze
geschikt zijn. Er moet toch een ruimte beschikbaar zijn
voor deze mensen.
De heer Hulshof zegt, dat uitgegaan wordt van de stelling
om een atelier te bouwen om gehandicapte dames werk te
verschaffen in de textielindustrie.
De heer Bierkens ontkent dit. Gezien de concurrentie in de
textiel, is het werkvoorzieningsschap doende om vervangend
werk te vinden.
Spreker zegtdat de heer Hulshof niet zo zwaar moet til
len aan het woord atelier. Het is heel goed mogelijk, dat
in het nieuwe gebouw, behalve naaimachines, andere appara
ten "\en machines zullen komen.
De heer Sturris concludeert, dat uitgegaan is van de bouw
kundige toestand van het bestaande atelier.
De heer Bierkens beaamt dit. Hij zegt vervolgens, dat het
heel goed mogelijk is, dat reeds in het bestaande atelier
al andere werkzaamheden zullen worden verricht.
De heer Buscop merkt op, dat de door de gemeente uitgege
ven adreslijsten in één van de werkplaatsen worden inge
bonden.
De heer Hulshof vindt het een mooi objekt en vindt het
jammer, dat nog zo vaak gebruik wordt gemaakt van grote
bedrijven en niet van deze werkplaatsen.
Hierna wordt het voorstaL zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.