De heer Hulshof vraagt of in het verleden dames uit Din-
teloord werkzaam zijn geweest in dit atelier of is het
de bedoeling, dat in de toekomst dames uit onze gemeente
naar Etten-Leur gaan.
De heer Bierkens antwoordt, dat in het verleden geen dames
uit Dinteloord in het atelier werkzaam zijn geweest. Het
is echter wel zo, dat één dame in het werkvoorzienings
schap werkzaam is, n.l. als schoonmaakster van de ver
schillende gemeentelijke gebouwen.
De heer Hulshof is het eens met de heer Bierkens, dat deze
dame in W.S.W.-verband werkzaam is. Hij vraagt echter of
zij, wanneer er plaats is op het atelier in Etten-Leur,
genegen is om daar te gaan werken.
De heer Bierkens antwoordt, dat het zo niet gesteld mag
worden. Het werkvoorzieningsschap moet zich steeds voor
ogen houden, dat in het belang van betrokkene gehandeld
wordt en dus niet in het belang van het atelier. Dit
geldt voor alle tewerkgestelden, zowel mannen als vrouwen.
De heer Hulshof vraagt zich af of, wanneer het atelier in
Etten-Leur gebouwd wordt, Dinteloord in de toekomst hier
mee wel te maken krijgt.
De voorzitter antwoordt, dat in theorie het mogelijk is
dat een cliënt uit Dinteloord voor plaatsing aldaar in
aanmerking komt.
De heer Sturris stelt vast, dat in het verleden geen dames
uit Dinteloord in Etten-Leur werkzaam zijn geweest.
De heer Buscop beaamt dit, maar zegt, dat in Roosendaal
wel dames uit deze gemeente werkzaam zijn geweest.
De heer Hulshof vraagt of het mogelijk is, dat dames, die
momenteel werkzaam zijn in Roosendaal of in Bergen op
Zoom en die genegen zijn om in Etten-Leur te gaan werken,
over worden geplaatst naar Etten-Leur.
De heer Bierkens antwoordt, dat het niet mogelijk is om
deze dames te verplichten om over te gaan naar Etten-Leur.
Uitgegaan wordt van het belang van betrokkene op vrijwil
lige basis. Bovendien is het atelier nu al te klein en
zou eigenlijk overgegaan moeten worden tot plaatsing in
andere werkplaatsen.
De heer Hulshof vindt met betrekking tot de bouw van een
nieuw atelier, dat de grootst mogelijke voorzichtigheid in
acht moet worden genomen. Er zijn al werkplaatsen in Ber
gen op Zoom, Roosendaal, Rucphen en Etten. Gezien de terug
loop van het aanbod in de textiel, lijkt het spreker, dat
de 60 dames die nu in het atelier werkzaam zijn, en nu
misschien nog werk kunnen behouden, bij vernieuwing en
uitbreiding dit gaan verliezen.
De heer Bierkens zegt, dat daarom naar andere mogelijkhe
den wordt gezocht. Bovendien wordt het aanbod van gehan
dicapten niet minder en voor deze mensen moet iets gedaan
worden. Het gaat niet in de eerste plaats om de kosten,
maar om het belang van de gehandicapten, om die een beter
en zinvoller leven te geven.
De voorzitter heeft begrepen uit de woorden van de heer
Hulshof, dat hij vraagt hoe de verhouding ligt tussen het
aantal plaatsen en het aantal gehandicapten in deze regio
en of gezien deze verhouding, tot vergroting moet worden
overgegaan.