-8-
VEKKOOP BOUW
PERCEEL AAN
M.P.HUIJZERS.
De heer Buscop zegt vervolgens, dat hij niet is omgepraat
door twee of drie ruziemakende mensen, zoals de heer
Hulshof beweerde. Er waren van meer mensen verzoeken ge
komen om maatregelen te nemen.
De voorzitter zegt, dat de zaak zo duidelijk is, dat men
niet hoeft te vrezen, dat burgemeester en wethouders zou
den zijn omgepraat door enkele mensen.
De heer Hulshof is het wel eens met de getroffen maatre
gel, maar niet met de manier waarop die is tot stand ge
komen. Ook ziet hij die grote ondeugdelijke borden als
een bezwaar. Bovendien had men de bewoners moeten infor
meren.
De heer Buscop zegt, dat allereerst een verzoek is gedaan
aan de bewoners en vraagt aan de heer Hulshof of hij be
twijfelt dat dit is gebeurd.
De heer Hulshof twijfelt inderdaad hieraan.
De voorzitter vraagt de sekretaris om de onderhavige
brief op te zoeken.
De heer Hulshof vindt het een jammerlijke zaak, dat
wanneer de bewoners deze brief hebben gekregen, zij nu
toch nog met klachten komen.
De voorzitter zegt toe, dat de mogelijkheid zal worden
onderzocht om gele strepen aan te brengen op de trottoirs.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt hierna het voorstel aangenomen.
10.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 juni
1974 om over te gaan tot verkoop van een achter de West-
groeneweg gelegen perceel grond, groot 18 m2, aan de
heer M.P.Huijzers te Dinteloord, ten behoeve van de bouw
van een garagebox.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt het voorstel aangenomen.
BESTEMMINGS
PLAN BUITEN
GEBIED.
11.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 juni
1974 om over te gaan tot het instellen van beroep bij de
Kroon tegen de in het prae-advies omschreven onderdelen
van het besluit van gedeputeerde staten tot het gedeelte
lijk onthouden van goedkeuring aan het bestemmingsplan
voor het buitengebied en tevens te verzoeken om een aan
wijzing tot opname van de trace's van Zoomweg en Mark-
Vlietkanaal, welke beiden een bovengemeentelijk belang
omvatten.
De heer van der Wiele zegt, dat in het voorstel staat:
"indien op uw verzoek gedeputeerde staten bereid zijn
om alsnog een aanwijzing te verstrekken, zou alsnog
overwogen kunnen worden om het beroepschrift in te trek
ken, omdat dan de gemeentelijke financiële belangen ver
zekerd zijn". Spreker begrijpt dit niet en vraagt wat
dit betekent.
De voorzitter antwoordt, dat in artikel 50 van de wet op
de ruimtelijke ordening staat, dat wanneer er een aan
wijzing van gedeputeerde staten is m.b.t. een zaak, die
het belang van de provincie of van het rijk dient, het
gemeentebestuur met vrucht een beroep kan doen op de kas
van het betreffende publiekrechtelijke lichaam, d.i. dus
de provincie of het rijk. Als de gemeente deze aanwijzing
niet heeft, dan is het niet zeker, dat een eis tot
schadevergoeding wel door de provincie of het rijk be
taald zal worden.