"2. het afsluiten van de straat voor doorgaand verkeer,is in een woonwijk niet haalbaar; "3. het afsluiten van de straat voor alle verkeer met een ontheffing voor de bewoners, biedt evenmin een oplos- sing, omdat de bewoners - blijkens hun tot ons gericht rekwest - juist om parkeergelegenheid vragen voor even- tuele bezoekers. "Omdat wij de bezwaren voor de bewoners, verbonden aan het "ingestelde stopverbod, onderkennen, dachten wij, na ge pleegd overleg met de rijkspolitie en het hoofd van de "technische dienst, een oplossing gevonden te hebben in de "uitbreiding van de parkeergelegenheid tot een zodanig "aantal auto's, dat parkeergelegenheid wordt geschapen tot "één parkeerplaats per woning. "Hetzelfde geldt voor de Evertsenstraat "De moeilijkheden voor de bewoners van die straten zijn "dan opgelost en de regelmatig optredende schade aan trot- "toirs en plantsoenen behoort dan tot het verleden. "De kosten, aan de uitbreiding van de parkeergelegenheid "verbonden, worden geraamd op 1.200, "Gedacht wordt nog aan de mogelijkheid om de groenstroken "te verwijderen, waardoor de straten breder worden." De heer Hulshof ziet het nut van beide voorstellen niet in. Hij vindt, dat vrachtwagens uit die straten moeten blijven en dat een doorrijvergunning voor de bewoners moet worden ingesteld. De heer Bierkens zegt, dat het niet te controleren is of er bewoners van die straten of andere personen daar met hun auto doorrijden. Spreker begrijpt bovendien niet, wat vrachtwagens in die straten moeten doen. De voorzitter zegt, dat de bewoners zelf om meer parkeer ruimte hebben verzocht. De heer Hulshof blijft bij zijn standpunt, dat het verkeer uit die kleine straatjes moet blijven. De voorzitter zegt, dat wanneer een parkeerverbod zou wor den ingesteld, de bewoners hun auto daar danook niet meer voor hun woning mogen parkeren. Getracht zal worden om een goede oplossing te vinden. Van de heer de Visser is de volgende vraag ingekomen: "Mijnheer de voorzitter, "Mij bereikte het verzoek van belanghebbenden tot bemidde- "ling ter verkrijging van een openbare telefooncel op "Dintelsas. Dit verzoek lijkt mij redelijk, daar de be- "hoefte bij de vele schippers, vooral in de suikerbieten- campagne en zomers voor de jachthaven, ongetwijfeld groot "zal zLjn. Nu is men aangewezen op particulieren en sluis- "personeel. Uiteraard vooral na diensttijd en bij niet- "schuttijden is er dan helemaal geen mogelijkheid. Bij "ongelukken en ziekten,alsook zakelijk verkeer lijkt "deze zaak urgent. Gaarne wilde ik burgemeester en wethou ders op deze zaak attenderen om zo mogelijk stappen onder- "nemen bij de P.T.T. ter verwezenlijking." De voorzitter antwoordt het volgende: "De mogelijkheid van het doen plaatsen van een openbare "telefooncel te Dintelsas, is door ons enkele jaren geleden "reeds onderzocht.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 62