-7- De heer Hulshof vraagt of het noodzakelijk is, dat de namen van personen worden vermeld, waarmee de stichting heeft gewerkt. De heer Bolui.it zegt, dat wanneer de raad besluit tot het verlenen van een subsidiedit gebeurt omdat de gemeente er bij betrokken is. De heer Hulshof vindt, dat de raad vertrouwen in deze stichting moet hebben en dat de namen niet persé genoemd behoeven te worden. De voorzitter zegt nogmaals, dat bij het verlenen van sub sidies, gelet wordt op het belang dat de gemeente er bij heeft. Hij steltdanook voor om het voorstel terug te nemen en in een volgende vergadering opnieuw te behandelen. De heer de Jong is het met de heer van der Wiele eens. Ook hij ziet het nut van een nader onderzoek niet in, temeer daar uit de reakties uit de raad blijkt, dat de raad niet afwijzend tegenover de stichting staat. Hij stelt voor om aan de stichting een aanmoedigingssubsi die te verlenen van 500, De heer Coppens geeft nog een toelichting op het werk van de stichting. Hij noemt daarbij de leerlingen van de huishoudschool in Steenbergen en leerlingen van de tech nische school, die voorlichting krijgen van pastor Hommel. De heer Bierkens merkt op, dat de heer Hommel daarvoor wordt betaald. Hij betwijfelt het, dat deze voorlichting vanuit de stichting jeugd- en jongerenservice wordt gege ven. De heren de Visser en Hulshof ondersteunen het voorstel van de heren van der Wiele en de Jong om een subsidie te verlenen van 500, De heer Bierkens zou aan dit voorstel de voorwaarde willen verbinden, dat dit subsidie voor één jaar wordt verleend en dan opnieuw zal worden bekeken. De heer de Jong: merkt op, dat hij het een aanmoedigings- subsidie genoemd heeft en dat dit soort subsidies altijd jaarlijks wordt bekeken. Na hoofdelijke stemming wordt het voorstel van de heren van der Wiele en de Jong met 10 stemmen vóór en 1 stem tegenaangenomen Vóór het voorstel stemden de heren Hulshof, Boluijt, van der Wiele, de Jong, de Visser, Theunissen, CoppensVriens Bierkens en Buscop en tegen het voorstel stemde de heer Sturris MEDEWERKING ART.9.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 maart 50 K.O.WET TBV 1974 om medewerking ex artikel 50 van de Kleuteronderwijs- UITBREIDING CHR. wet te verlenen aan het verzoek van het bestuur van de KLEUTERSCHOOL. vereniging voor christelijk kleuteronderwijs, ten behoeve van de uitbreiding der Chr.Kleuterschool met één lokaal. Met betrekking tot dit voorstel zegt de voorzitter, dat vanmiddag een verzoek van de oudercommissie van de openbare lagere school, voorzien van de benodigde handtekeningen, is binnengekomen om medewerking van de raad voor de op richting van een openbare kleuterschool. In verband hier mede stellen burgemeester en wethouders voor om het voor stel terug te nemen. Het gemeentebestuur zal in nader overleg treden met het bestuur van de Chr.Kleuterschool om nadere prognoses over te leggen en om te bezien of de noodzaak van uitbreiding der school nog aanwezig is. -8-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 53