Spreker zegt voorts, dat hij tegen subsidieverlening is aan de Europese gemeenschap. Hierover heeft hij in de be grotingsvergadering gesproken. Hij stelt danook voor om hieraan geen subsidie te verlenen. De heer de Visser attendeert de heer van der Wiele er op, dat juist op voorstel van de P.v.d.A.-fraktie, deze com missie ad hoc is ingesteld. Spreker zegt vervolgens, dat het werk van de Europese gemeenschap misschien niet helemaal aan de verwachtingen heeft voldaan. Gezien het belang van deze gemeenschap zou hij toch graag zien, dat deze subsidie gehandhaafd blijft. De heer Hulshof zegt voor het instellen van commissies te zijn. Dat de kosten hiervan nu hoger zijn, vindt hij geen goed argument. Dat zal wel vaker voorkomen. Hij meent echter, dat ieder raadslid zijn mening mag zeggen, dus ook de heer van der Wiele. Als de heer van der Wiele meent, dat het subsidie aan.de Europese gemeenschap geschrapt moet worden, dan moet hij maar met een voorstel komen. De voorzitter zegt, dat het voorstel wat nu ter tafel ligt, volledig is overgenomen van het advies van de com missie ad hoe. De heer Hulshof zegt naar aanleiding van het betoog van de heer van der Wiele, dat de post voor het geven van godsdienstonderwijs op de openbare lagere school is opge nomen in de begroting. Deze post is nu geschrapt, maar wanneer besloten wordt om weer godsdienstonderwijs te geven op deze school, dan kan daar weer in worden voor zien. De heer Bierkens merkt op, dat de commissie ad hoe geen zeggenschap heeft en alleen maar advies uitbrengt. De raad heeft in iedere vergadering de bevoegdheid om een subsidie aan de orde te stellen. De heer van der Wiele stelt voor om aan de Europese ge meenschap geen subsidie meer te verlenen. Dit voorstel wordt ondersteund door de heren Hulshof en Sturris Na hoofdelijke stemming wordt het voorstel van de heer van der Wiele met 3 stemmen vóór en 8 stemmen tegen, ver worpen. Vóór het voorstel stemdende heren Hulshof, van der Wiele en Sturris en tegen het voorstel stemden de heren Boluijt, de Jong, de Visser, Theunissen, Coppens, Vriens, Bierkens en Buscop. De heer Theunissen vraagt of het subsidie aan het "Muza- comité" en de "Ronde van Dinteloord" wel een subsidie ge noemd kan worden of dat zij hun eigen geld terugkrijgen. De voorzitter antwoordt, dat zij het bedrag van de door hen geïnde vermakelijkheidsbelasting terugkrijgen. Het blijft echter een subsidie. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming en met algemene (11) stemmen aangenomen. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 7 maart 1974 om op het verzoek van de "stichting jeugd- en jongerenservice" te Roosendaal, om een subsidie uit de gemeentekas, afwijzend te beslissen.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 51