-15-
GEMEENTELIJKE
BIJDRAGE VER
VOERSKOSTEN
SCHOOLKINDEREN.
9. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 fe
bruari 1974 om de bijdrage in de vervoerskosten van
schoolkinderen uit de polders naar de scholen in de kom
der gemeente, met ingang van 1 januari 1974 te verhogen
van 12.000,tot 14.000,per jaar.
De heer Coppens vraagt hoe men de verdeling heeft bere
kend. De ouderbijdrage is verhoogd met 50$ en de gemeente
lijke bijdrage is verhoogd met 17$. Hij vindt dit geen
redelijke verdeling en vraagt, hoe dit is berekend.
De voorzitter geeft hierop een uiteenzetting. Het komt
in weinig gemeenten voor, dat het vervoer van kinderen
naar de scholen van gemeentewege wordt geregeld. Destijds
is door de raad besloten om hiervoor een bijdrage te ver
lenen. Gezien de enorme prijsstijgingen, is het noodzake
lijk om zowel de bijdrage van de ouders, als van de ge
meente te verhogen. Na diverse besprekingen met de ver-
voerscommissiede vervoerder en het gemeentebestuur, is
tot deze regeling besloten. Van de vervoerder heeft de
voorzitter vernomen, dat door de ouders geen bezwaren
zijn gemaakt tegen de verhoging van de ouderbijdrage.
Spreker vraagt zich wel af, hoe lang deze regeling nog
stand zal kunnen houden.
De heer Hulshof vraagt of de bijdrage van de ouders wordt
berekend naar het inkomen van het gezin.
De voorzitter antwoordt hierop ontkennend. Dit geldt
alleen wanneer er geen openbaar vervoer naar de scholen
is en de kinderen per fiets naar de scholen moeten.
De heer Coppens merkt op, dat het dan de gemeente ook geld
zou gaan kosten.
De voorzitter antwoordt, dat de kosten dan aanmerkelijk
lager zijn dan nu het geval is.
De heer Hulshof vraagt of de gemeente met deze regeling
niet buiten haar boekje gaat.
De heer Theunissen antwoordt, dat gedeputeerde staten dan
geen goedkeuring zouden verlenen.
De heer Hulshof zegt, dat voorheen de regeling gold, dat
wanneer men b.v. 5 km van de school vandaan woont, bij de
gemeente een vergoeding voor fietsengeld kon worden aan
gevraagd. Bij de aanvraag moest men het inkomen opgeven
en aan de hand daarvan, werd de bijdrage vastgesteld.
Spreker vraagt of deze regeling is afgeschaft of dat deze
nog wordt toegepast.
De heer Bierkens zegt, dat met het instellen van het ver
voer van de kinderen naar de basisscholen in de gemeente,
deze regeling niet meer wordt toegepast.
Daarvoor in de plaats is een regeling gekomen, waarbij
de gemeente het leeuwenaandeel in de kosten draagt.
De heer Hulshof stelde deze vraag in verband met de ver
hoging van 50$ voor de ouders. Wanneer de oude regeling
nog van toepassing zou zijn, zouden de kosten voor de
ouders nog hoger zijn.
De heer Bierkens beaamt dit en zegt dat, voordat dit voor
stel gedaan kon worden, er diverse besprekingen hebben
plaats gehad. De schoolbesturen wilden niet meer betalen
en hebben reeds de vraag gesteld of deze vervoersregeling
door moet blijven gaan, gezien de verhogingen en de nog
te verwachten verhogingen. Nu is men tot een compromis
gekomen door de bijdrage van de ouders te verhogen en ook
de bijdrage van de gemeente. -16-