De voorzitter antwoordt, dat door het stichtingsbestuur
al kandidaten waren gesteld, voordat de raad bij de be
handeling van de begroting hierover vragen stelde.
Naar aanleiding van de opmerkingen van de raad, heeft
het stichtingsbestuur zich beraden over de wijziging van
de statuten, in dier voege, dat het bestuur wordt uitge
breid met één persoon van de levensbeschouwelijke stro
ming, zoals door de heer van der Wiele wordt bedoeld.
Een en ander uiteraard onder voorbehoud van de goedkeu
ring van de gemeenteraad en de N.C.H.B. Deze laatste
heeft in principe reeds goedkeuring gehecht aan het voor
stel om de statuten te wijzigen.
Spreker zegt nogmaals, dat het stichtingsbestuur de aan
beveling reeds had opgemaakt, voordat de raad in de be
grotingsvergadering hierover opmerkingen maakte.
De voorzitter wijst er op, dat de raad zelf kan beslui
ten tot het benoemen van een tweede bestuurslid, behoren
de tot die zgn. derde levende levensbeschouwelijke stro
ming.
De heer van der Wiele weet niet precies de datum van de
raadsvergadering, waarin de begroting is behandeld. Hij
vraagt of de aanbeveling toen reeds door het stichtings
bestuur was gemaakt.
De voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Naar aanlei
ding van de toen gemaakte opmerkingen door de raad,heeft
het gemeentebestuur- deze aanbeveling laten liggen en zich
tot het stichtingsbestuur gewend met de vraag, hoe te
handelen om in deze kwestie te voorzien.
Het stichtingsbestuur heeft gemeend om de statuten te
wijzigen en na goedkeuring door de raad, een aanbeveling
te maken van twee personen uit de zgn. derde levende
levensbeschouwelijke stroming.
Spreker wijst er nogmaals op, dat de raad andere kandida
ten kan stellen dan door het stichtingsbestuur is gedaan.
Ook die bepaling is door het wijzigen van de statuten
mogelijk geworden.
De heer van der Wiele vraagt of die derde levensbeschouwe
lijke stroming wordt erkend. Hij is van mening, dat dit
niet wordt gedaan, omdat nu weer personen op de aanbeve
ling staan, die niet tot die stroming behoren.
De voorzitterzegt nogmaals, dat deze kandidaten reeds
waren aanbevolen, voor de begrotingsvergadering. Aan deze
personen is gevraagd of zij in hun kandidaatstelling be
willigden en het is danook moeilijk om nu andere perso
nen daarvoor in de plaats op de aanbeveling te plaatsen.
De voorzitter zegt, dat daarom besloten is om de statuten
te wijzigen, in dier voege, dat het bestuur wordt uitge
breid met één persoon. Zodra deze wijziging door de
N.C.H.B. en de gemeenteraad is goedgekeurd, kan in een
volgende vergadering die persoon worden benoemd van de
derde levensbeschouwelijke stroming.
De heer van der Wiele merkt op, dat het niet zijn bedoe
ling is geweest, dat het bestuur wordt uitgebreid. Het
gaat er om, dat er enkele personen in het bestuur zitting
hebben, die behoren tot de derde levensbeschouwelijke
stroming.
De voorzitter antwoordt, dat die mogelijkheid nu gescha
pen is door uitbreiding van het bestuur.
-6-