"Ons bezwaar is, dat er naar evenredigheid, die derde
"buitenkerkelijke stroming recht kan en mag maken om in
"het stichtingsbestuur zitting te nemen.
"Wat die bevoegdheid van de raad betreft om een opge
maakte aanbeveling van het stichtingsbestuur te wijzigen
"om derhalve andere personen te benoemen, is een wassen
"neus. Ten eerste omdat daar door de meerderheid van de
"raad toch geen gebruik van wordt gemaakt en ten tweede,
"als onze fraktiezo'n aanbeveling doet, men het toch
"naast zich neer legt, zoals in het verleden is gebleken.
"Mijnheer de voorzitter, het wordt de hoogste tijd, dat
"er een grote verandering komt in dit huidige zittende
"stichtingsbestuur.
"Wij dachten altijd te goeder trouw, dat er een goed be-
"leid gevoerd werd ten opzichte van de bejaarden, maar
"dit blijkt helemaal niet zo te zijn. Er heersen toestan-
"den in dit tehuis, die men niet meer voor mogelijk zou
"houden in deze tijd. Deze bejaarde mensen staan onder
"druk van de leiding en durven geen klachten in de open
baarheid te brengen, bang als men is voor eventuele
"straffen van de leiding.
"Het betreft de verzorging, begeleiding, recreatie e.d.,
"waar nog al het een en ander aan ontbreekt. Het zou
"goed zijn, als daar eens een onderzoek naar werd inge-
"steld door een onpartijdige commissie. Het moet toch zo
"zijn, dat het ook werkelijk een tehuis is voor onze be
daarden, waar men zich echt thuis voelt, maar geen
"doorgangskamp naar de dood.
"Mijnheer de voorzitter, het moet ook zo zijn, dat als er
"gegronde klachten zijn van de bejaarden, zij deze kunnen
"en mogen overbrengen aan het stichtingsbestuur en dat
"deze klachten dan ook werkelijk worden onderzocht op
"hun waarde.
"Mijn fraktie wil de raad daarom voorstellen om niet tot
"benoeming over te gaan en deze aanbevelingen naast zich
"neer te leggen, totdat het stichtingsbestuur andere
"aanbevelingen doet van personen, die zich buitenkerke-
"lijk noemen en dan pas tot benoeming over te gaan.
"Die statutenwijziging tot 12 leden uitbreiden heeft
"geen zin, om reden, dat er dan toch bijna niets veran
dert in de samenstelling en alles bij het oude blijft,
"terwijl een even getal van leden ook nog moeilijkheden
"met zich mee kan brengen bij een eventuele stemming
"of wordt er nooit gestemd?
"Mocht de raad toch tot benoeming overgaan, dan zullen
"wij alsnog kandidaten stellen."
De heer Sturris zegt het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
"Ik heb altijd begrepen, dat men in artikel 3 bedoelde
"met levensbeschouwelijk: kerkelijk, teneinde ervoor te
"zorgen, dat ons bejaardenhuis een christelijk karakter
"zou houden, Wanneer men met levensbeschouwelijk ook
"buitenkerkelijk bedoeld heeft, dan begrijp ik niet, dat
"in het verleden zo dikwijls moeilijkheden hierover ge-
"weest zijn. Wanneer zij, die om deze reden zich in het
"verleden steeds van stemming onthielden, zich thans
"uitspreken dit in de toekomst niet meer te zullen doen,
"wil ik mij thans ook niet van stemming onthouden."
-5-
