-32- d. verordening op de heffing van een straatbelasting e. verordening op de heffing van een rioolbelasting; fverordening op de heffing van begrafenisrechten en van rechten voor het gebruik van de algemene begraaf plaats. De voorzitter stelt het onder a genoemde voorstel tot verhoging van de opcenten op de hoofdsom van de personele belasting aan de orde. De heer Sturris zegt, dat hij tegen belastingverhogingen is. Hij heeft in het verleden al meermalen gezegd, dat het accent te veel op de sportaccomodaties wordt gelegd. Zonder hoofdelijke stemming en met algemene stemmen wordt het onder a genoemde voorstel aangenomen, onder aanteke ning, dat de heer Sturris geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. Hierna wordt overgegaan tot behandeling van de onder b genoemde wijziging verordening op de reinigingsrechten. De heer Hulshof zegt, dat zijn fraktie deze verhoging te fors vindt. Dit komt hard aan bij de mensen en in het verleden heeft hij dit ook al meermalen gezegd. Zonder hoofdelijke stemming en met algemene stemmen wordt dit voorstel aangenomen, onder aantekening, dat de heer Sturris geacht wenst te worden te hebben tegengestemd. Vervolgens komt aan de orde de onder punt c. genoemde wijziging op de heffing van een hondenbelasting. Ten aanzien van deze belasting, zegt de heer van der V/ielenamens zijn fraktie, dat het voor hem niet te ver teren is, dat men voor het hebben van een hond 37»50 per jaar moet betalen. Hij vraagt zich af, waarom voor honden wel en voor andere huisdieren geen belasting moet worden betaald. Voorts vraagt hij zich af, wie deze be lasting heeft ingesteld. Hij denkt, dat dit is gebeurd door grootgrondbezitters, die daardoor extra inkomsten verkrijgen. Spreker vindt deze belasting onnodig en hij stelt voor, mede namens zijn fraktiegenoten, om de be lasting te handhaven op 25,per jaar per hond. De voorzitter vraagt of de heer van der Wiele danook te gelijkertijd een voorstel indient voor het verkrijgen van gelden voor het ontstane tekort van 5.000, De heer van der Wiele antwoordt, dat hij daar geen voor stel voor heeft. Ook de heer van Steen heeft bezwaar tegen de verhoging van de hondenbelasting, zij het op andere gronden dan de heer van der Wiele. Spreker merkt op, dat het wonen in de polder niet veel veiligheid biedt in Nederland. Hij vindt het niet juist om voor de hond, die de mensen be schermt, een hogere belasting te heffen. De heer Boluijt zegt het eens te zijn met de woorden van de heer van der Wiele. Ook hij vraagt zich af, waarom alleen voor honden een belasting moet worden betaald en niet voor andere huisdieren. Spreker heeft, evenals de heer van der Wiele, geen alternatief voorstel voor het tekort van 5.000,De heer Boluijt is tegen de verhoging van de hondenbelasting. De heer de Visser heeft weinig toe te voegen aan de woorden van de voorgaande sprekers. Ook ruiterpaarden be vuilen de straten en daarvoor wordt ook geen belasting geheven. -33-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 221