-31-
De muziekschool ligt bij de heer van Steen toch wel
zwaar op de maag. Niet alleen voor wat betreft de kosten,
maar naar zijn mening zit het organisatorisch fout. Hij
vraagt danook in hoeverre het gemeentebestuur betrokken
is bij het beleid van de muziekschool. Hij vindt het
vreemd, dat een rekening over voorgaande jaren wordt in
gediend, zonder dat het gemeentebestuur daar iets van
wist
De voorzitter antwoordt, dat het gemeentebestuur niet is
vertegenwoordigd in het bestuur van de muziekschool.
De heer Littooij zegt, dat het hier niet gaat om een ge
meenschappelijke regeling. De muziekschool gaat uit van
een stichting. Het bestuur wordt gekozen in overleg met
burgemeester en wethouders van Roosendaal. Bovendien is
er in elke gemeente, waar een dependance is gevestigd,
een plaatselijke oudercommissie.
De heer van Steen concludeert hieruit, dat op bestuurlijk
niveau de gemeente geen rol heeft en dat zonder meer be
taald moet worden, als de stichting een rekening presen
teert. Het is dus mogelijk, dat wanneer er volgend jaar
weer een tekort is, de gemeente weer een rekening gepre
senteerd krijgt.
De voorzitter begrijpt uit de woorden van de heer van
Steen, dat hij graag zou zien, dat ook het gemeentebe
stuur in het bestuur van de muziekschool betrokken zou
zijn.
De heer van Steen bevestigt dit. Zoals de rekeningen nu
gepresenteerd worden, vindt hij dat van een wanbeleid
van de stichting sprake is.
De voorzitter antwoordt, dat er in het verleden moeilijk
heden zijn geweest in het bestuur en dat deze nu opge
lost zijn. Dit is ook de oorzaak, dat de rekeningen nu
pas zijn ingediend.
Spreker zegt, dat de rekening in volgende jaren lager
zal worden. Overigens is over deze zaak al een hartig
woordje gesproken met de stichting.
Hierna wil de voorzitter overgaan tot hoofdstuksgewijze
behandeling van de begroting.
De heer Boluijt vraagt of dit noodzakelijk is.
De heer Sturris merkt op, dat het gebruikelijk is om de
gehele begroting te behandelen. In zijn betoog heeft hij
een aantal volgnummers genoemd, waaraan hij zijn stem
niet kan geven.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (11) stemmen
wordt hierna de gemeente-begroting 1975 vastgesteld,
onder aantekening, dat de heer Sturris voor de door hem
genoemde volgnummers geacht wenst te worden te hebben
tegengestemd, alsmede de begroting voor het gemeentelijk
woningbedrijf 1975/1976.
Hierna verlaat de heer de Feijter de vergadering.
VASTSTELLING 6. Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 2 de-
BELASTINGVER- cember 1974 om over te gaan tot vaststelling van de wij-
ORDENINGEN. ziging van:
a. verordening op de heffing van opcenten op de hoofdsom
van de personele belasting;
b. verordening op de heffing van een recht voor het op
halen van huisvuil en dergelijke afvalstoffen;
c.. verordening op de heffing van een belasting op de
honden;