-30-
De heer Hulshof vervolgt zijn betoog en zegt, dat geble
ken is, dat het noodzakelijk is om commissies in het le
ven te roepen. Er zijn veel zaken, die aandacht behoeven
en waarvoor een commissie nodig is. Spreker zou danook op
korte termijn over willen gaan tot het vaststellen van
commissies en hij wil daarom nu weten of de commissies de
instemming van de raad hebben. Wanneer de goedkeuring er
is, dan kunnen burgemeester en wethouders;'aan het werk,
en overgaan tot het instellen der commissies, taakverde
ling, enz. Indien nodig kunnen de commissies ook direkt
aan het werk. Spreker dringt aan op een spoedige afwikke
ling en stelt voor om dit in stemming te brengen.
De voorzitter antwoordt, dat het geen zin heeft om nu
daarover te stemmen, omdat er geen concreet voorstel is.
Hij wijst de heer Hulshof er op, dat is toegezegd, dat
burgemeester en wethouders de zaak zullen onderzoeken en
dat zo spoedig mogelijk een voorstel aan de raad zal
worden gedaan. Geprobeerd zal worden om in het eerste
halfjaar van 1975 deze zaak rond te krijgen.
De voorzitter heeft de indruk, dat de heer Hulshof een
commissie voor gemeentewerken wil hebben. Deze zaak is
echter uitvoerig besproken met de gehele raad. Spreker
meent, dat de zaak niet breder opgezet kan worden.
De heer Hulshof zegt, dat een commissie de zaak beter kan
uitwerken.
De voorzitter zegt nogmaals toe om op korte termijn met
een voorstel te komen. Dit vraagt echter een tijd van
voorbereiding.
Op de vraag van de voorzitter, antwoordt de heer Vriens
dat zijn vragen tot bevrediging zijn beantwoord.
Ook de vragen van de heer Boluijt zijn beantwoord. Wat
betreft de oprichting van een bibliotheek, zegt hij,
geschrokken te zijn van de hieraan verbonden hoge kosten.
Overigens vindt hij een bibliotheek wel belangrijk voor
de gemeente.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat ook een muziekschool
belangrijk is. Daardoor is het mogelijk, dat alle kinde
ren een muziekopleiding kunnen volgen. Uit sociaal oog
punt is dit zeer belangrijk.
Met betrekking tot de bibliotheek, zegt spreker, dat
hiervoor hetzelfde geldt. Financieel is dit momenteel
niet mogelijk en daarom moet gewacht worden, totdat hier
voor een wettelijke regeling is getroffen en het rijk
hierin een bijdrage verleent.
De heer Boluijt stemt hiermee in. Wat betreft het instel
len van commissies, is hij het gedeeltelijk met de heer
Hulshof eens, maar hij zou toch niet te veel commissies
willen instellen. Hij proeft daar een bepaald wantrouwen
in tegen het college van burgemeester en wethouders.
De heer Hulshof is het hiermee niet eens. De commissie
brengt alleen maar advies uit.
De heer Boluijt zegt, dat het wel eens moeilijk kan wor
den voor b.v. de éénmansfrakties in de raad.
De heer Hulshof vindt het niet noodzakelijk, dat de com
missies uitsluitend uit raadsleden bestaan.
De voorzitter sluit de discussie hierover.