-24-
Voor wat betreft de koppelsubsidies ligt het moeilijker.
Die uitgaven worden meestal via de wet aan de gemeente
opgelegd. Hij denkt hierbij aan een bijdrage aan b.v. het
maatschappelijk werk. De voorwaarde van het ministerie
is n.l.dat ook de gemeente hierin bijdraagt. Wanneer
de gemeente dit niet zou doen, dan zou het maatschappelijk
werk verdwijnen, omdat dan het rijk ook geen subsidie
meer verleent. Spreker meent danook, dat van geval tot
geval moet worden bekeken in het belang van de gemeente,
of al dan niet met een koppelsubsidie moet worden mee
gegaan.
Met betrekking tot het aantal woningzoekenden, zegt de
voorzitter, dat de door &e heer Boluijt genoemde 138
woningzoekenden, personen zijn uit de gemeente of perso
nen die een economische binding hebben met Dinteloord.
Overigens is het niet zo, dat al deze woningzoekenden
geen huis hebben. Ongeveer de helft zoekt een huis omdat
zij trouwplannen hebben, een gedeelte wil andere woon
ruimte omdat zij te royaal wonen en een gedeelte woont
buiten de bebouwde kom en wil in de bebouwde kom gaan
wonen. Spreker denkt, dat wanneer de nu in aanbouw zijnde
woningen gereed zijn, de woningnood grotendeels voorbij
zal zijn.
In de begrotingsbrief staat te lezen, dat over 2 jaar
de bouwgrond in de gemeente verbruikt zal zijn. Spreker
zegt, dat dit een zorg is voor het gemeentebestuur. Dit
is danook één van de redenen, dat aan de heer Siepman,
lid van gedeputeerde staten, dringend is verzocht om een
bespreking. Dit gesprek zal plaats vinden op 20 februari
1973» De voorzitter zegt, dat alsdan gesproken zal worden
om tot 1980 het gehele Molenkreekplan te mogen bebouwen.
Spreker wijst er op, dat het bestemmingsplan "West"
momenteel bij gedeputeerde staten in behandeling is. Bo
vendien zullen de maycretewoningen gesloopt moeten worden
en het is de bedoeling om hiervoor een bebouwingsplan
gereed te maken.
Spreker meent overigens, dat met de stedebouwkundige ge
dacht moet worden over de verdere uitbreiding der gemeen
te in de toekomst. De voorzitter zegt, dat er al een ge
sprek heeft plaats gevonden over een openbare bibliotheek/
Momenteel is er een bibliobus; op zichzelf een belang
rijke voorziening, maar niet ideaal. Gevraagd is om een
prijsopgaaf voor een uitleenbibliotheek en een studiezaal.
Spreker zegt geschrokken te zijn van de financiële konse-
kwenties. De exploitatiekosten zouden n.l. ƒ.40.000,
per jaar bedragen. Besloten is danook om hiermee te
wachten totdat betere financiële tijden aanbreken. Momen
teel wordt getracht deze materie in een wet te regelen
en hij verwacht, dat dan wat meer soulaas zal komen voor
de gemeente en dat het rijk hierin meer zal gaan bijdra
gen dan tot op heden het geval is. Spreker weet, dat er
nogal wat gemeenten zijn die door een bibliotheek in
financiële moeilijkheden zijn gekomen.
De voorzitter gaat hierna in op de gestelde vragen over
de te benoemen technisch ambtenaar. De raad heeft destijds
besloten om uit het bouwtoezicht "West-Brabant" te treden
per 1 januari 1975» voor wat betreft de werkzaamheden
verricht door de heer den Boer. Hierin zal nu op een
andere wijze moeten worden voorzien.