Nu stellen de voetbalverenigingen zich disponibel om 11.000,per jaar aan de gemeente te laten en spreker vindt het danook niet juistdat de heer Hulshof nu met dergelijke opmerkingen komt. De heer Hulshof zegt, dat de gemeente 30 jaar lang ƒ.5.000,- rente hiervoor zal moeten betalen. Wat voor bedrag gaat dit opleveren? Wanneer de gemeente zelf een kantine zou bouwen, zou de kantine verhuurd kunnen worden en dan heeft de gemeente hierin zelf zeggenschap. Spreker zegt, dat hij niet tegen de bouw van deze kantine is, maar dat hij volledig ingelicht wil worden. De heer Bolui.1t merkt op, dat in het voorstel een uitvoeri ge uiteenzetting wordt gegeven. De heer Hulshof is het hiermee niet eens. Hij vraagt nog maals of er een kantinevergunning zal worden verleend. De voorzitter antwoordt, dat te zijner tijd een kantine vergunning zal worden afgegeven, zoals dit in de Drankwet is geregeld. De heer Hulshof vraagt of dit verlof A of B zal zijn. De heer de Visser meent, dat het een verlof A zal worden. De heer Bierkens geeft hierna een uiteenzetting naar aan leiding van het betoog van de heer Hulshof, die van mening was dat het voor de voetbalverenigingen gemakkelijk is om een kantine te bouwen, omdat de gemeente toch wel finan ciert en subsidieert. Spreker zegt, dat wanneer de gemeente zelf de kantine zou bouwen, dit gedurende 40 jaar een be drag van 16.000,per jaar zou kosten. In totaal der halve 640.000,De voetbalverenigingen willen nu een eigen inbreng hierin doen van 100.000,Daarmee wordt het bedrag van 175.000,teruggebracht tot 75.000,-. Dit bespaart de gemeente een bedrag van 12.000, per jaar,x 40 is dit een bedrag van 14 80.000, De heer Biehkens vindt, dat de verenigingen toch wel een goede inbreng geven, wat bij de gemeente, naar zijn mening, goed overkomt. Hij zou het danook op prijs stellen, wanneer ook andere verenigingen in de gemeente, met dergelijke initiatieven zouden komen. Wat betreft de vraag van de heer Hulshof of er een zetbaas in de kantine zal komen, zegt de heer Bierkens, dat dit een zaak is van de stichting en niet van de gemeente. De heer Hulshof meent, dat de heer Bierkens hem verkeerd begrepen heeft. Hij heeft gevraagd of er een zetbaas of bediende ingezet wordt en of dit nadelige gevolgen zal kun nen hebben voor de horecabedrijven in de gemeente. De heer Bierkens vindt dit vragen naar de bekende weg. Na de wedstrijden zullen de spelers en supporters in de toekomst naar de kantine gaan, in plaats van naar sen ander horecabedrijf. Dit zal voor deze bedrijven natuurlijk nade lige gevolgen hebben. Ook de vergaderingen zullen in de kantine worden gehouden. De heer Hulshof stelt, dat de horecabedrijven hierdoor een geweldige klap zullen krijgen. De heer Bierkens beaamt dit. De heer Hulshof merkt op, dat de heer Bierkens niet moet denken, dat hij voor een bepaald familielid, die in de horeca werkzaam is, spreekt. Hij bedoelt met zijn betoog alle horecabedrijven. De heer Bierkens begrijpt dit volkomen, maar zegt nogmaals, dat het logisch is, dat door de bouw van een kantine, de horecabedrijven minder bezoekers zullen krijgen en dat hun omzet hierdoor zal verminderen. -12-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 20