De voorzitter zegt voorts, dat de heer de Visser een foute interpretatie heeft gegeven met betrekking tot het gestelde in de aanbiedingsbrief voor wat betreft de ver hoging van de vergoeding aan de raadsleden. De hierop betrekking hebbende wet is nog niet gekomen. De minister heeft wel laten weten, dat deze vergoeding niet zal worden opgenomen in de algemene uitkering. Dit betekent dus, dat wanneer die wet er eenmaal is, de gemeente zelf de dek kingsmiddelen zal moeten vinden voor die verhoogde uitga ve T Voor wat betreft de bevuiling van trottoirs enz. in de gemeente door honden, zegt de voorzitter, dat dit een landelijk probleem is. Met het oog hierop is een circu laire, gericht aan de ingezetenen der gemeente, vervaar digd en deze circulaire zal na 7 januari 1975 worden ver zonden. Met betrekking tot het principiële betoog van de heer Sturris, zegt de voorzitter, dat het niet op zijn weg ligt om hierop uitvoerig in te gaan. Spreker wijst de heer Sturris, in verband met zijn bezwaar tegen de open stelling van het zwembad op zondag, er op, dat b.v. een man als Calvijn op zondag ging zeilen op het meer van G-enève. Spreker meent, dat er in ons land invloeden merkbaar zijn, die niet bepaald calvinistisch zijn. Voor wat betreft de zakelijke bezwaren legen het zwembad, die door de heer Sturris naar voren zijn gebracht, zegt spreker, dat ook het gemeentebestuur met het grote tekort moeite heeft. Zoals bekend, is geprobeerd om in het vori ge jaar daar iets aan te doen. Dit is echter maar gedeel telijk gelukt. Deze hele materie zal daarom in studie worden genomen en de raad zullen, tijdig vóór het nieuwe seizoen, voorstellen bereiken. Deze voorstellen zullen de tarieven en de openingstijden van het zwembad bevatten. Spreker vindt het een moeilijke zaak en vindt daarom een gerichte studie nodig, zodat voorkomen wordt, dat er verkeerde besluiten worden genomen, waardoor de tekorten nog hoger gaan worden. De voorzitter heeft voorts uit het betoog van de heer Sturris begrepen, dat deze niet gelukkig zou zijn met de betrekkelijk grote groei van de gemeente. In het verleden is door de vorige burgemeester een inwoneraantal genoemd van 10.000 binnen enkele jaren. Dat dit getal is genoemd, is, aldus spreker, niet zonder reden geweest, want in het voorontwerp van het streekplan West-Brabant is inderdaad een getal van 10.000 genoemd voor Dinteloord. Dit aantal zou dan bereikt moeten worden in 1980. Dit plan is echter gemaakt in de zestiger jaren, toen nog gedacht werd, dat Nederland in 2000 20 miljoen inwoners zou hebben. In middels is deze prognose veranderd. Spreker zegt bovendien, dat het niet het voornemen is van het gemeentebestuur om Dinteloord te laten uitgroeien tot een klein stadje. Het streven is om van Dinteloord een woongemeente te maken, waar alle voorzieningen op het terrein van sport en re creatie te vinden zijn, kortom waar het goed wonen is. Spreker denkt, dat het inwonertal dan 7000 zou moeten worden. De voorzitter kan geen datum noemen, waarop dit aantal bereikt moet zijn en zegt, dat dit bovendien ook een zaak is van het provinciaal bestuur. -20-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 208