-17- gewesten in het land en aan de werkgelegenheid in ons gewest. Voor wat betreft de ontwerp-structuurschets zegt spreker, dat onlangs deze schets is ontvangen van de minister van binnenlandse zaken en dat ook nog een brief is ontvangen van het provinciaal bestuur, met het verzoek om vóór 1 maart 1975 de mening hierover van het gemeentebestuur te mogen ontvangen. De voorzitter zegt, dat in een volgende vergadering deze structuurschets uitvoerig zal worden behandeld. Voorts zegt spreker, is het de bedoeling om een bespre king te houden met de heer Siepman, over de toekomstige ontwikkeling van de gemeente, met de bedoeling om tot meerdere klaarheid te komen over de toekomstige taak stelling van de gemeente. De voorzitter geeft hierna een opsomming van de door de heer van der Wiele gevraagde inwonersaantallen over de afgelopen 4 jaar. Per 1 januari 1970 bedroeg het aantal inwoners 4542 Per 1 januari 1971 bedroeg het aantal inwoners 4528 Per 1 januari 1972 bedroeg het aantal inwoners 4578 Per 1 januari 1973 bedroeg het aantal inwoners 4650 Per 1 januari 1974 bedroeg het aantal inwoners 4795 Per 1 december 1974 bedroeg het aantal inwoners 4911 De laatste 3 jaar is het aantal inwoners gestegen.Spreker verwacht, gezien het aantal in aanbouw zijnde woningen en de nog in aanbouw te nemen woningen, dat in het komende jaar het aantal inwoners eveneens zal stijgen. De voorzitter zegt vervolgens, dat op 20 januari 1975 de gewestraad zal vergaderen in de R.K.lagere school. De heer Buscop, vertegenwoordiger in die gewestraad, zal de door de heer van der Wiele naar voren gebrachte opmerkingen in die vergadering aan de orde stellen. Op de vraag van de heer Hulshofantwoordt de voorzitter,, dat de vergadering van de gewestraad openbaar is. Hierna geeft de voorzitter een uiteenzetting over de financiële toestand der gemeente. Bij het opmaken van de primitieve begroting, waarin ver werkt zijn de financiële konsekwenties van wat er vast ligt aan uitgaven als gevolg van in het verleden genomen besluiten kan gekonstateerd worden, dat de begroting een aanzienlijk tekort weergeeft, hetwelk het gemeentebestuur genoopt heeft een bedrag ter grootte van 1/30 gedeelte van de saldireserve af te halen en voorts om de raad een aantal voorstellen tot belastingverhoging te doen, ten einde zodoende de begroting sluitend te maken. Spreker meent, dat de raad toch niet al te somber tegen de financiële toestand van de gemeente behoeft aan te kijken. Momenteel bedraagt de reserve nog 87 ton. Wat betreft de belastingen, zegt spreker, dat vergeleken bij andere gemeenten en hij denkt hierbij nog niet eens aan de steden, ook nadat de raad heeft besloten tot de voor gestelde verhogingen, Dinteloord nog geen "duurte-eiland" is. De financiële toestand van de gemeente is zijns inziens, momenteel nog gezond. Dat de begrotingen van 1973 en 1974 een tekort te zien geven, is enerzijds een gevolg geweest van een aantal kostbare voorzieningen, die getroffen zijn, zonder dat meteen al de nodige dekkingsmiddelen voor te verwachten tekorten werden gevonden. -18-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 206