m. een schrijven van de werkgroep "Luchthaven en Welzijn"
met betrekking tot de eventuele vestiging van een twee
de nationale luchthaven;
n. door gedeputeerde staten van Noord-Brabant goedgekeur
de wijzigingen van:
1. gemeente-begroting, dienst 1973 (37,55,56,57,59,61)
2. gemeente-begroting, dienst 1974 (29,31,32,33,36).
De heer Hulshof vraagt of het wel zin heeft, dat bij
de ingekomen stukken de begroting 1975 van de "stichting
bejaardentehuis Dinteloord", alsmede de begroting van de
A-kring Noord-Brabant e ter inzage worden gelegd. De raad
moet deze maar voor kennisgeving aannemen en spreker acht
het daarom niet nodig, dat deze stukken worden overgelegd.
De voorzitter is het niet eens met de heer Hulshof. Wan
neer er aanleiding toe is, kan de raad op- en aanmerkingen
maken op deze stukken, welke dan ter kennis zullen worden
gebracht aan de desbetreffende besturen.
De heer Hulshof vraagt waarom deze punten dan niet afzon
derlijk op de agenda worden geplaatst.
De voorzitter vraagt of dit enig verschil maakt. Ook nu
wordt gelegenheid gegeven om op- en aanmerkingen te maken.
De heer Hulshof vindt het absurd om deze stukken bij de
ingekomen stukken te leggen. Wanneer deze punten afzonder
lijk op de agenda worden geplaatst, dan weet de raad,dat
daarover gepraat kan worden. Naar zijn mening is door de
overige raadsleden weinig aandacht geschonken aan deze
stukken.
De heer Buscop vindt, dat de heer Hulshof nu te ver gaat.
De rekening van het bejaardentehuis wordt bij de ingekomen
stukken gelegd, zodat de raad hiervan kennis kan nemen.
De heer Hulshof beaamt dit, maar vraagt wat er gebeurt,
als de raad de rekening afkeurt.
De heer Bierkens antwoordt, dat dit niet mogelijk is. De
rekening ligt ter inzage.
De heer Hulshof vraagt, waarom de rekening dan ter inzage
ligt
De heer de Visser zegt, dat de raad wel op- en aanmerkin
gen mag maken.
De voorzitter antwoordt, dat ter voldoening aan artikel
10 van de statuten van de stichting bejaardentehuis, de
begroting ter inzage wordt gelegd. Dit betekent, dat de
raad hierover kan praten.
De heer Hulshof vraagt vervolgens, hoe burgemeester en
wethouders staan tegenover het schrijven van de werkgroep
"Luchthaven en Welzijn".
De voorzitter antwoordt, dat over dit schrijven is gespro
ken en dat het oordeel van burgemeester en wethouders is,
dat deze zaak nogal":overtrokken is. Al de gevraagde stuk
ken liggen ter inzage en ieder kan daarvan kennis nemen.
De heer Hulshof zegt, dat zijn vraag is, hoe het gemeente
bestuur staat tegenover het feit, dat deze werkgroep be
moeilijkt wordt in haar werkzaamheden. Hij vraagt of het
mogelijk is, dat de gemeente bij de regering er op aan
dringt, dat de werkgroep gemakkelijker in het bezit kan
komen van documentatie.
De heer Buscop vraagt de heer Hulshof zich nader te ver
klaren over zijn woorden, dat deze werkgroep bemoeilijkt
wordt in haar werk.