"Mijnheer de voorzitter, moeten wij onze kostbare grond "zo verhandelen? Iemand, die uit noodzaak een woning moet "bouwen voor huisvesting, betaalt 35,per m2, wat "helemaal niet zo duur is. Maar wel zien wij hierin een "discriminatie ten opzichte van iemand, die uit luxe een "garage wil bouwen. "Mijnheer de voorzitter, wij stellen daarom voor om dit "voorstel terug te nemen en de grondprijs te herzien. "Wat betreft het argument, dat deze grond van weinig "waarde is voor de gemeente, doet niets af aan het feit, "dat er van verschil sprake is." De heer Boluijt zegt, dat hij in eerste instantie gevraagd heeft hoe de grondprijs is berekend. In tweede instantie had hij dezelfde vraag als de heer van der Wiele De heer de Visser meent, dat er bezwaren zijn ingediend door de bewoners van de belendende percelen. De voorzitter zegt hierop, dat na de onderhandelingen met de heer van Bezooijen en nadat de stukken aan de raad waren verzonden, een brief is ontvangen van mevr. Verhagen. Hierin maakte zij echter geen bezwaar tegen de verkoop der grond aan de heer van Bezooijen. Zij had een ander probleem n.l. de bushalte van de B.B.A. voor haar woning. Vooral bij slecht weer ondervindt mevr.Verhagen overlast van het wachtende publiek. Spreker is van mening, dat dit probleem zeker de nodige aandacht verdient. De voorzitter zegt nogmaals, dat deze brief is binnenge komen, nadat met de heer van Bezooijen overeenstemming was bereikt. Uit een oogpunt van korrekt zaken doen, meent hij, dat niet meer kan worden teruggekomen op het verkoopvoorstel. In de tweede plaats, zegt de voorzitter, is het probleem van mevr.Verhagen met betrekking tot de bushalte, bespro ken met het hoofd van de technische dienst. Getracht zal worden om een oplossing te vinden en om de mogelijkheid te onderzoeken of de bushalte kan worden verplaatst. Spreker wijst er op, dat in de brief van mevr .Verhagen niet tot uitdrukking is gekomen, dat zij bezwaar heeft tegen de verkoop der grond voor welke bestemming danook. Zij dacht, dat op het onderhavige perceeltje grond een abri geplaatst zou kunnen worden, zodat het publiek daar zou kunnen wachten. De heer de Visser heeft gekonstateerd, dat de tuin en de overkapping bij de woning van mevr.Verhagen wordt ge bruikt door het publiek, Vooral de laatste jaren is het aantal wachtenden groter geworden en is voor mevr.Ver hagen een onhoudbare toestand ontstaan. Met betrekking tot de verkoop der grond, meent de heer de Visser, dat er toch wel bezwaren zijn. Uit een oog punt van vriendschap durven de buren hiertegen geen be zwaren te maken, hoewel zij naar zijn mening, in princi pe tegen de verkoop zijn. De heer de Visser zegt op de woorden van de voorzitter dat de grond nog niet is verkocht. Dit moet nog besloten worden door de raad. De voorzitter merkt op, dat hij dit niet heeft gezegd. Uit het oogpunt van korrekt zaken doen, meent het college van burgemeester en wethouders dat hierop niet meer kan worden teruggekomen. De raad kan natuur lijk een ander besluit nemen. -15-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 147