De heer Hulshof begrijpt niet, dat burgemeester en wet
houders nu geen concreet antwoord kunnen geven op dit ver
zoek. Spreker heeft uit de brief van 30 augustus j.l. be
grepen, dat de zaak uitvoerig is besproken en dat er wel
degelijk een antwoord kan worden gegeven. Hieruit blijkt
n.l., dat binnen een gebied van ha van de huidige
woning van de heer Verstraate, wel een woning mag worden
gebouwd.
De voorzitter zegt, dat wanneer de raad nu een beslissing
wil nemen, hij konform het nu geldende bestemmingsplan
"neen" moet zeggen op het verzoek om een vergunning tot
het bouwen van een bungalow aan de Vlietdijk.
De heer Hulshof zegt, dat de raad kan besluiten tot het
verlenen van ontheffing, zoals dit ook is gedaan voor de
fa.Rijnberg.
De voorzitter zegt, dat de raad geen ontheffingsbesluit
kan nemen. De raad kan alleen zeggen, dat het bestemmings
plan veranderd moet worden.
Dit is niet het voorstel van burgemeester en wethouders.
Voorgesteld wordt nu om dit verzoek in hun handen te
stellen voor het uitbrengen van een nader advies. Zij
achten nader overleg met de stedebouwkundige gewenst.
De heer Hulshof stelt voor om nu te besluiten tot het wij
zigen van het bestemmingsplan.
De heer Bierkens meent, nadat hij de diverse sprekers
heeft gehoord, dat al te gemakkelijk wordt overgegaan
tot het toepassen van artikel 19 van de wet op de ruimte
lijke ordening. Hij denkt, dat de reikwijdte niet goed
wordt gezien. Hij vraagt zich af, waar dit naar toe moet.
Straks komt iedereen met een verzoek tot het bouwen van
een woning in de polder, hetwelk in strijd is met het be
stemmingsplan. Wanneer de raad hiervoor steeds toestem
ming verleent, dan vraagt spreker zich wel af waarom de
raad een bestemmingsplan heeft vastgesteld. Wanneer aan
de heer Verstraate toestemming wordt verleend, dan bete
kent dit, dat alle verzoeken moeten worden gehonoreerd.
De heer Bierkens is van mening, dat de raad zich wel moet
houden aan het bestemmingsplan, hetwelk destijds door hem
zelf is vastgesteld.
De heer Hulshof zegt, dat wanneer iemand een krot koopt
in de polder en dit sloopt, hij toestemming ontvangt om
een bungalow te bouwen. In de polder zijn daar diverse
voorbeelden van.
De heer Bierkens zegt, dat dit mogelijk is volgens het
huidige bestemmingsplan.
De voorzitter vraagt de heer Hulshof of hij hiermee ge
lukkig is.
De heer Hulshof antwoordt, dat hij daarmee niet zo geluk
kig is.Naar zijn mening is dit echter altijd toegestaan.
De heer Buscop merkt op, dat op het bedrijf van de heer
Verstraate een woning staat. Wanneer hij deze zou willen
verbouwen, zou hij daarvoor ook toestemming krijgen. Hij
mag binnen een bepaalde afstand van zijn bedrijf een wo
ning bouwen, omdat hij met zijn zoon een maatschap heeft
gevormd. De moeilijkheid is echter, dat het staatsdomein
geen erfpachtsrecht verleent voor andere tot de boerderij
behorende gronden.