Als de raad nu "ja" zegt tegen de onderhavige uitbreiding en
in de toekomst "neen" zegt tegen een grotere uitbreiding,
dan is dit,aldus spreker, een zaak van onbehoorlijk be
stuur. Vervolgens wordt het moeilijk om, wanneer de raad
besluit om een andere bestemming aan het gebied te geven,
op andere aanvragen van bedrijven afwijzend te beslissen,
omdat dan met het onderhavige verzoek inderdaad een pre
cedent zou zijn geschapen. Dit is ook een overweging van
burgemeester en wethouders.
De voorzitter vindt ook niet, dat het verstrekken van een
bouwvergunning los moet worden gezien van de milieuveront
reiniging, die in deze ook een belangrijk woord meespreekt.
Er is nu reeds sprake van enige luchtverontreiniging door
het bakaroma en voorts is er enige waterverontreiniging.
De oplossing, die daarvoor gekozen is, n.l. om via een
tank te lozen op het gemeentelijk riool, is nu nog mogelijk.
Maar wanneer dit bedrijf wordt uitgebreid, zullen er waar
schijnlijk andere voorzieningen moeten worden getroffen.
Bovendien zal ook de rijkswaterstaat dan een rol gaan mee
spelen, want het rioolwater komt ongezuiverd terecht in
het Volkerak.
De voorzitter vindt het een moeilijke zaak.
Er zijn veel redenen om de bouwvergunning te weigeren,
maar aan de andere kant zijn er ook argumenten om een
bouwvergunning te verlenen. Hij zegt, dat het bedrijf
reeds is gevestigd en dat bij weigering, enorm economische
bezwaren zich voordoen. Het is moeilijk voor de ondernemer
om een andere plaats voor zijn bedrijf te vinden. Ook de
werkgelegenheid speelt een rol.
Al deze argumenten van "voor" en "tegen" uitbreiding zijn
in diverse vergaderingen van burgemeester en wethouders een
pun": van overweging geweest. En zoals in het prae-advies
is Termeidis de som van de "tegen's" zwaarder uitgeval
len dan de som van de "voor's".
De heer Hulshof vindt de argumentatie van de voorzitter
in hun algemeenheid wel juist. Hij vindt de zaak van de
fa. Rijnberg aan de Steenbergseweg echter een fraai geheel
en ziét het niet als een bezwaar om een kleine uitbreiding
toe te staan.
Op de Steenbergseweg, ongeveer 3 bma verder, op grondgebied
van Steenbergen, staat een grasdrogerij, waar een grote
loods vordt bijgebouwd. Dit bedrijf verwacht een ondrage
lijke stank en geeft een rommelige indruk.
Spreker vraagt zich dan af, waar de gemeenteraad zich nu
druk ovér maakt. In Steenbergen geeft men wel een bouw
vergunning voor bedrijfsuitbreiding op dezelfde weg, en
in Dinteioord wordt dit geweigerd.
Uit het rapport van het RIZA concludeert de heer Hulshof,
dat de lezing van afvalwater geen nadelige gevolgen heeft
voor de gemeentelijke riolering of voor het Volkerak. Zou
dit wel h$t geval zijn bij uitbreiding, dan zou een nieuw
onderzoek noodzakelijk zijn. Uit de toelichting op het
beroepschrift van de fa. Rijnberg blijkt, dat de omwonenden
geen hinder hebben van de lozing van het afvalwater,
noch van de bakaroma.
Spreker is het met de heer de Visser eens, dat wanneer
ter plaatse een varkensmesterij gevestigd zou zijn, de
luchtverontreiniging erger zou zijn.