"gebruikt. De heer Rijnberg was reeds gevestigd aan de "2e Kruisweg, voordat het bestemmingsplan op het buiten gebied van kracht werd. En wat de ontsiering van onze "fraaie polder betreft kan ik niet inzien, dat door het "betreffende bedrijf veel schade wordt aangebracht. "Wat de lozing van het afvalwater betreft van dit bedrijf, "meen ik dat dit een op zichzelf staande kwestie is, die "danook los moet worden gezien van de bouwvergunning. "Uiteraard zal aan de voorschriften te dien aangaande "voldaan moeten worden. Dat geldt echter ook indien de "fa.Rijnberg naar het industrieterrein zou verhuizen, "overigens betwijfel ik het of de vestiging op het industrie terrein van dit bedrijf een verbetering zou zijn. "Wat het karakter van het bedrijf betreft inzake artikel "1 sub.10, dan valt letterlijk genomen dit bedrijf niet "onder het predikaat "agrarisch". Dit is natuurlijk zeer "discutabel, temeer daar een varkens- of kalvenmesterij "champignonkwekerij en pelsdierenhouderij er wel onder "vallen. Gezien de moderne opzet van deze bedrijven, meen "ik uit oogpunt van milieutechnische aard, dat deze be drijven minstens zo luchtverontreinigend en landschapbe- "dervend zijn, als de vestiging van de heer Rijnberg. "Mijnheer de voorzitter, concluderend kom ik tot het voor- "stel de bouwvergunning voor de heer Rijnberg niet zonder "meer af te wijzen en een modus te zoeken ter wijziging "van het bestemmingsplan ter plaatse, opdat hij zijn plan- "nen zal kunnen verwezenlijken. De heer Boluijt stemt in met de woorden van de voorgaande sprekers. Hij stelt danook voor om de bouwvergunning te verlenen en/of het bestemmingsplan te wijzigen. De heer van Steen heeft een vraag, welke in feite gericht moet worden aan de vorige raad. Hij vraagt zich af,waarom die raad, wetende dat er dergelijke dingen konden gebeuren, een bestemmingsplan voor het buitengebied heeft vastge steld, zoals het is vastgesteld. Men had toen al beter een bestemmingsplan kunnen maken, waarin met vestigingen als die van de fa. Rijnberg werd rekening gehouden. Eerst heeft de raad een bestemmingsplan goedgekeurd, en gedepu teerde staten hebben ook goedkeuring daaraan verleend. Nu wordt voorgesteld om dit plan te wijzigen. Spreker vraagt of men niet beter een nieuw bestemmingsplan kan maken en vraagt, wat eigenlijk de bedoeling is van een bestemmingsplan De heer Hulshof antwoordt op de vraag van de heer van Steen aan de oude raad, dat het bestemmingsplan er nog niet was ten tijde, dat de fa. Rijnberg zich in Dinteloord vestigde. Het plan is nog steeds niet goedgekeurd. De voorzitter zegt, dat voor het onderhavige terrein het bestemmingsplan wel is goedgekeurd en perfect is. De heer Hulshof beaamt dit en zegt, evenals de heer de Visser, dat door de uitbreiding van het bedrijf van de fa. Rijnberg eigenlijk niets verandert. Aan de bestaande schuur wordt een klein gedeelte bijgebouwd. Het bestem mingsplan was er niet, toen de fa. Rijnberg zich daar vestigde. Daarna is niet gezegd, dat de fa. Rijnberg daar moest verdwijnen. Spreker vindt dit gelukkig en is blij, dat het bedrijf uitbreidt. Dit schept werkgelegenheid voor Dinteloord.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 128