NOTULEN van de openbare vergadering van de raad der gemeente Dinteloord en Prinsenland, gehouden op dinsdag, 3 september 1974, des avonds om 7.30 uur. Aanwezig de heren: P.Hulshof, G.H.Migchielsen, A.de Feijter, I.A.Buscop, G.M.G.J.M.van Steen, S.M.Bierkens, J.C.Vriens, P.J.Boluijt, A.A.van der Wiele, J. de Visser en M.C.Sturris. Voorzitter: de heer H.D.W.Boven. OPENING BEËDIGING RAADSLEDEN Sekretaris: de heer N.Littooij. 1De voorzitter opent de vergadering door voorlezing van het formuliergebed. 2. Om tot beëdiging van de leden van de raad te kunnen over gaan, vraagt de voorzitter of de raadsleden bereid zijn de eed of de belofte af te leggen. De heren Hulshof en van der Wiele wensen de belofte af te leggen. De overige leden van de raad zweren, ieder afzon derlijk, dat zij om tot lid van de raad te worden benoemd, direktelijk of indirektelijk aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, enige giften of gaven, beloofd of gegeven hebben en dat zij om iets hoegenaamd in deze be trekking te doen of te laten van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zullen, direktelijk of indirektelijk. Hierna zweren de leden van de raad, behalve de heren Huls hof en van der Wiele, ieder afzonderlijk, trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en dat zij de belangen van de gemeente Dinteloord en Prinsenland met al hun ver mogen zullen voorstaan en bevorderen. Vervolgens verklaren de heren Hulshof en van der Wiele, ieder afzonderlijk, dat zij om tot lid van de raad te wor den benoemd, direktelijk of indirektelijk aan geen persoon, onder wat naam of voorwendsel ook, enige giften of gaven, beloofd of gegeven hebben en beloven dat zij om iets hoe genaamd in deze betrekking te doen of te laten van niemand hoegenaamd enige beloften of geschenken aannemen zullen, direktelijk of indirektelijk. Daarna beloven de heren Hulshof en van der Wiele, ieder afzonderlijk, trouw aan de Grondwet en aan de wetten des Rijks en dat zij de belangen van de gemeente Dinteloord en Prinsenland met al hun vermogen zullen voorstaan en be vorderen. De voorzitter zegt, dat in de gemeentewet wordt voorge schreven, dat de raadsleden bij het aanvaarden van hun betrekking, in de handen van de voorzitter de eed respec tievelijk de belofte moeten afleggen. Die eedsaflegging is een essentieel onderdeel van de procedure die gevolgd moet worden om van een gewone burger ener gemeente een lid van de raad te maken. Spreker feliciteert de beëdigde leden van de raad. In het bijzonder feliciteert hij de heren de Feijter, Migchielsen en van Steen, die voor de eerste maal zitting nemen in de raad. De voorzitter weetdat de leden van de raad zullen trach ten om de belangen der gemeente op de best mogelijke wijze te behartigen en dat zijzwaar aan het raadslidmaatschap tillen en dat is terecht. -2-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1974 | | pagina 116