De heer Buscop zegt, dat de bewoners aan de Steenbergseweg
verzochten om een afwatering. Verschillende percelen aan
de Steenbergseweg waren bebouwd tot aan de erfgrens. De
riolering zou dan moeten worden gelegd in andermans grond,
n.l. de eigenaar(s) van de chaletwoningen, aan wie de
grond was verkocht. In eerste instantie was dit een be
zwaar, later is hierop teruggekomen en is kontakt gezocht
met de bouwer van de chaletwoningen. Deze heeft toen toe
stemming gegeven om in zijn grond een riolering aan te
leggen en daarna zijn de werkzaamheden uitgevoerd.
De heer Hulshof begrijpt niet, dat het nu wel mogelijk
is om een riolering aan te.brengen in andermans grond.
Juridisch was dit niet mogelijk en dat bleek ook duide
lijk uit het eerste antwoord van burgemeester en wethou
ders aan de bewoners.
De voorzitter zegt, dat er eerst juridische problemen wa
ren, maar na overleg met de eigenaar der grond, zijn deze
problemen opgelost en kon de riolering worden aangelegd.
Spreker vindt, dat nu niet verder moet worden ingegaan
op dit onderwerp.
De heer Sturris juicht het toe, dat de werkzaamheden zijn
uitgevoerd.
De heer Coppens vraagt of het nu eigenlijk gaat om het
resultaat of over de manier waarop iets gebeurt.
De heer Hulshof zegt, dat de betreffende bewoners een
protestbrief hebben gezonden aan de raad.
De heer de Visser is het hiermee niet eens. De eerste
brief was gericht aan burgemeester en wethouders, evenals
de tweede brief, die tevens ter beschikking was gesteld
aan de raad.
De heer Hulshof zegt nogmaals, dat na de afwijzing op hun
verzoek, de bewoners in een tweede brief de raad om mede
werking hebben verzocht.
De heer de Visser zegt, dat ook de tweede brief was ge
richt aan burgemeester en wethouders.
De voorzitter beëindigt hierna de discussie.
Niets meer te behandelen zijnde en
niemand meer het woord verlangendesluit
de voorzitter de vergadering.
)e sekretaris, De voorzitter,
A^|