-10-
De voorzitter antwoordt, dat ook burgemeester en wet-
houders het gevaar inzien en zelfs hebben gevraagd aan
gedeputeerde staten om op kosten van de gemeente, zelf
stoplichten te mogen plaatsen. Hierop is echter nog
steeds geen antwoord ontvangen, ondanks herhaalde aan
maningen.
De heer de Jong stelt het op prijs, dat zowel de vraag
van de P.v.d.A., als het antwoord van burgemeester en
wethouders in de krant is vermeld. Hierdoor weet de be
volking, wat de mening is van beide partijen. Hij zou het
dan ook waarderen, wanneer in het vervolg dergelijke vragen
met de antwoorden in de krant worden vermeld.
De voorzitter zegt, dat hij geen enkele zeggenschap heeft
bij de krant. Wanneer door een partij aan de raad een
vraag wordt gesteld, dan gebeurt het wel eens, dat de_
vraag in zijn geheel in de krant wordt gezet. Wordt die
vraag mondeling beantwoord, dan is het moeilijk om dit
antwoord in zijn geheel in de krant op te nemen.
Wanneer de vragen tijdig binnenkomen, kan hierop schrifte
lijk worden geantwoord. Hij raadt dan ook aan, om, als men
vragen heeft, deze tijdig bij het college van burgemeester
en wethouders in te dienen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming en met algemene
(6) stemmen het voorstel aangenomen.
VESTIGINGS
PLAATS 2E
NATIONALE
LUCHTHAVEN
20. Een voorstel van burgemeester en wethouders dd. 13 juli
1973 om aan de ministerraad en de voorzitters van de eerste
en tweede kamer der staten-generaal te verzoeken om, al
vorens zij een definitieve beslissing nemen ten aanzien
van de 2e nationale luchthaven, de gemeenten ruimschoots
de tijd te geven om aan de hand van de studies een gefun
deerd oordeel te vormen en dit oordeel kenbaar te maken
aan de regering.
De heer van der V/iele zegt het volgendes
"Mijnheer de voorzitter. In het schrijven aan de raad over
"dit onderwerp kunnen wij het als fraktie op verschillende
"delen eens zijn, op andere weer niet.
"Ten eerste zijn wij het niet eens met uw mening over een
"verhelderend inzicht bij de uiteenzetting van de gede
buteerde Mr.G.Brokx over het onderzoek, dat door de
"advies-commissie Den Toom werd verricht, om tot een
"besluitvorming te komen.
"Wij en met ons vele andere toehoorders, zijn niets wijzer
"geworden van deze uiteenzetting in Roosendaal, voor wat
"betreft de faktoren, die 'bij het onderzoek betrokken
'V/orden, om nog maar niet te spreken over een evt. vesti
gingsplaats. Er waren zelfs toehoorders, die reeds méér
•Wisten dan dhr.Brokx zelf, lid van deze commissie, nl.
"dat er alleen nog maar gesproken werd over twee vesti
gingsplaatsen, t.w. West-Brabant en Markerwaard en dat
"de rest al is afgevallen. Deze mededeling moet men uit
"de mond van een lid van deze commissie vernomen hebben.
"De heer Brokx ontkende dit. Wat hiervan dus waar is,
"moeten wij maar gissen. Al met al zijn deze z.g. voor
lichtingsbijeenkomsten een groot fiasco geworden.
"Uw mening wat betreft een standpunt bepalen over pro en
"contra een luchthaven, kunnen wij begrijpen en waarderen,
"maar toch vragen wij ons wel af, waarom een provincie en
"een gemeente wel een uitspraak kunnen doen promaar dat
"er nog geen gemeentebestuur neen gezegd heeft tegen een
G.S.
"luchthaven, dit
van Noord-
ux. gezien de uitspraak van
"Brabant al in mei 1971, waar men zich vóér een lucht-
"haven uitsprak met het woordje"mits"
-11-