De heer de Visser zegt, dat deze zaak niet parallel loopt met de reserveringen, die zijn behandeld in de vorige vergadering. Hij is er wel van overtuigd, dat Remus te lang heeft gewacht om tot aankoop der grond te besluiten. Bij brief van 14 februari 1973 is hem medegedeeld, dat de grond verkocht zou worden voor de prijs van 19,per m2. De heer Remus besloot pas tot aankoop over te gaan op 13 april 1973Toen was echter al bekend, dat de grondprijs zou worden verhoogd. Spreker is van mening, dat de heer Remus dit ook wist en hij vindt, dat daarmee rekening moet worden gehouden. Overigens meent de heer de Visser, dat door de ambtenaren niet duidelijk genoeg wordt gewezen op de bepaling, dat de raad besluit en gedeputeerde staten hieraan goedkeuring moeten verlenen. Spreker had het ook juister gevonden, dat aan de heer Remus zou zijn medegedeeld, dat op korte termijn tot een grondprijsverhoging zou worden overgegaan. De heer de Visser is het met de heer de Jong eens, dat geprobeerd moet worden tot een minnelijke schikking te komen. Het gehele perceel is niet aantrekkelijk voor Remus en er blijft een gedeelte over wat onbruikbaar en dus onver koopbaar is. De heer Vriens zegt, dat ieder die grond wil kopen voor b.v. de bouw van een bungalow, het gehele perceel moet nemen. Daar is dan meestal ook een gedeelte bij, wat de koper meent niet nodig te hebben. De heer Bierkens zegt, dat het uitgangspunt van burge meester en wethouders altijd is geweest, dat het gehele perceel moet worden gekocht. De heer de Visser zegt, dat hij de grondprijsverhoging nogal drastisch vindt en evenals hij dit in de vorige vergadering heeft gezegd, is hij het hiermee ook nu niet eens. De overheid geeft naar zijn mening niet het goede voorbeeld. De voorzitter zegt, dat de overheid geen winst maakt. Als de overheid tot prijsverhoging overgaat, komt dit mede door de inflatie. Wanneer de raad besluit om deze grond voor een goedkopere prijs te verkopen, houdt dit in, dat andere gronden duurder zullen worden. De heer de Visser is het hiermee niet geheel eens. Deze grond was al lang eigendom van de gemeente en hij acht het danook niet juist om daarbij andere gronden te be trekken. Hij vindt dit standpunt aanvechtbaar. De voorzitter zegt, dat bij een bestemmingsplan vooraf een calculatie moet worden gemaakt. Hierin worden voort durend wijzigingen aangebracht. Het gehele plan moet rendabel zijn en het college van burgemeester en wethou ders waakt er voor dat geen onnodige prijsverhogingen plaats vinden. De heer de Jong zegt, dat in de vorige vergadering werd voorgesteld om de grondprijs te verhogen met terugwer kende kracht tot 1 januari 1973. Hij heeft toen gevraagd waarom dit niet eerder werd voorgesteld, dan hadden al deze moeilijkheden zich niet vorrgedaan. De voorzitter zegt, dat de berekeningen voor een grond pri jsherziening nog al veel tijd vergen. Hij begrijpt uit de betogen van de raadsleden, dat pas tot verhoging der prijzen zou mogen worden overgegaan op het moment dat er geen aanvragen om grondreservering zijn. Dit is na tuurlijk nimmer het geval. -13-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1973 | | pagina 73