-21-
WIJZIGING BE
GROTING GEMEEN
TELIJK WONING
BEDRIJF.
BEANTWOORDING
SCHRIFTELIJKE
RONDVRAAG.
34.Een voorstel van burgemeester en wethouders om over te
gaan tot wijziging van de begroting van het gemeentelijk
woningbedrijf, dienst 1973/1974.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt het voorstel aangenomen.
35.Van de heer Hulshof is de navolgende vraag ingekomen:
"Mijnheer de voorzitter,
"Tegen de bezwaren die de bewoners van de Burg.Mr.H.Pop-
"straat, Pr.Irenestraat en Pr.Beatrixstraat maakten in
"verband met de huurverhogingen, werd op 8 april 1971
"aan verschillende bewoners een circulaire verzonden,
"waarin hen werd medegedeeld, dat dit wel de laatste
'huurverhoging zou zijn, daar de rijksbijdrage kwam te
vervallen, waardoor geen sprake meer zou zijn van wette
lijk verplichte huurverhogingen.
Desondanks heeft men per 1 april 1973 wederom de huren
verhoogd. Wij zijn er van overtuigd, dat dit in verband
met de huurharmonisatie mogelijk is. De vraag blijft
echter of men wel genoodzaakt was dit te doen. Hiertoe
verwijzen wij ook naar uw brief d.d. 19 mei 1971.
Gezien deze brief de navolgende vragen:
1.Herinnert het college van burgemeester en wethouders
zich deze brief nog, waarin aan de bewoners werd mede
gedeeld dat het college van haar kant pogingen in het
werk zou stellen om - met toestemming van de minister
van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening - ook in
eerdergenoemde woningen een douchecel te doen aanbren
gen, zulks te financieren uit de gevormde risico
reserve?
2.Welke pogingen zijn sindsdiens ondernomen?
3.Wat is de reden, dat er in bijna 2 jaar geen konkrete
plannen aan de huurders zijn voorgelegd? In hoeverre
is deze lange termijn van wachten toe te schrijven aan
de aktiviteiten van de gemeente?
4.Op welke termijn denkt het college alsnog aan de huur
ders te kunnen voorleggen? En is het college bereid
hiermede de grootst mogelijke spoed te betrachten?
'Bij voorbaat dank voor uw antwoord."
De voorzitter antwoordt het volgende:
'Bij onze brief van 8 april 1971 is aan de bewoners van de
woningwetwoningen in de Burg.Mr.H.Popstraatde Pr.Irene-
straat en de Pr.Beatrixstraatdie bezwaar maakten tegen
de huurverhoging per 1 april 1971, als onze verwachting
medegedeeld, dat na de huurverhoging per 1 april 1971
voor de woningen, behorende tot het komplex V 6574, geen
rijksbijdrage meer zal worden ontvangen, waardoor in de
komende jaren de huurverhogingen niet langer verplicht
zullen zijn.
Dit laat evenwel onverkort de verplichting om in het
kader van de huurharmonisatie de huren opnieuw te bezien,
zoals laatstelijk is geschied per 1 april 1973.
Alle bewoners zijn door ons uitvoerig van de wijze van
berekening op de hoogte gesteld.
In onze aan verschillende bewoners van genoemde straten
gerichte brief van 19 mei 1971 is inderdaad medegedeeld,
'dat wij pogingen zouden ondernemen om met toestemming
'van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke orde-
"dening, in de woningen aan de Burg.Mr.H.Popstraat_22-