"In de vergadering van 7 december 1972, waarbij de be groting werd behandeld, heb ik gevraagd naar de gang "van zaken met betrekking tot de verhuur der tennisbanen. "Ik stelde voorop, dat het aan te bevelen zou zijn, dat "er een tennisclub was, waaraan men de zaak kon verhuren. "Dit bracht misschien meer op en iedereen zou kans krij- "gen te tennissen of om te leren tennissen. Gezien uw "antwoorden in deze vergadering, ga ik er van uit, dat "deze banen ten nutte zouden komen van de gemeenschap. "Ook de heer Sturris werd desgevraagd hierop geantwoord, "dat dit gemeenschapsvoorzieningen zijn, die betaald moe- "ten worden door de gehele bevolking, ook al maakt een "deel daarvan geen gebruik. "Nu echter, mijnheer de voorzitter, biedt zich een grote "tennisvereniging aan. Naar ik hoor, is door uw college "een gesprek gevoerd met het bestuur van deze vereniging. "Toch heeft na dit gesprek het college een eigen stand- "punt bepaald en verplicht deze vereniging dit standpunt "in te nemen, wat er toe leidt, dat wanneer de raad deze "voorstellen goedkeurt, de tennisvereniging buiten spel "wordt gezet. Zij kan wel deelnemen, maar onder auspiciën "van burgemeester en wethouders. Hierdoor zal deze ver eniging niet in staat zijn haar leden naar behoren in te "delen, wat betreft het gebruik der banen. Het gevolg "hiervan zal zijn, dat deze vereniging wel kan ophouden "te bestaan (misschien wel tot vreugde van bepaalde per sonen). Wat nog meer zegt, mijnheer de voorzitter, ieder- "een kan lid zijn van deze vereniging, ook een doodgewone "werknemer of arbeider, zo men het noemen wil en die deze "sport wil beoefenen. Ook zie ik nergens staan, dat de "gemeente voor een tennisleraar zal zorgen, want die zal "toch heus wel nodig zijn. De tennisvereniging daarentegen "beschikt reeds over een leraar of oefenmeesterhoe men "die maar noemen wil. Zou hier de gemeente voor moeten "zorgen, dan zou dit nog een grotere onkostenpost meebren- "gen. Tevens begrijp ik niet, mijnheer de voorzitter, dat "er nu zo plotseling een sekretariepersoneelsvereniging "is, die ook zo nodig gebruik van deze banen wil maken. "Waarom worden deze mensen ook geen lid van de tennis- "vereniging of is men bang, dat er een te grote variatie "van mensen op de banen zal verschijnen? Ten derdemijnheer "de voorzitter, wil ik opmerken, dat wanneer de gemeente "het in eigen beheer houdt en deze tarieven wil hanteren, "het tennissen voor een gewone arbeider niet betaalbaar "is. En waar blijven de belastinggelden van die mensen, "die deze sport ook wel willen beoefenen. "Nogmaals als lid van een vereniging wordt dit wel moge- "lijk gemaakt. Mijnheer de voorzitter, ik wil niet verder "in details treden, maar ik wil u nogmaals vragen deze "tennisbanen in handen te geven van een goede vereniging "en via een gesprek met het bestuur tot een redelijke "verhuurprijs te komen. Dit laatste vraag ik u niet alleen, "maar ik wil het ook als voorstel indienen, wat inhoudt, "dat ik over beide voorstellen een stemming vraag, zowel "voor het voorstel.'van uw college, als voor het voorstel, "wat ik dus indien. Wat beide voorstellen betreft, "mijnheer de voorzitter, zou, wanneer de raad het voorstel "van burgemeester en wethouders zou ondersteunen, het be kekenen, dat de tennisvereniging buiten spel wordt gezet "en gedoemd zal zijn te verdwijnen. -19-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1973 | | pagina 57