De heer Hulshof vraagt of de vorige bewoners nu nog terug
mogen gaan en in de ark gaan wonen.
De voorzitter antwoordt, dat sedert de inwerkingtreding
van de verordening, een vergunning is vereist. De bewo
ners zullen, wanneer zij de ark weer willen gaan bewonen,
een vergunning moeten aanvragen. Of deze vergunning zal
worden verleend, weet de voorzitter niet. Alleen wanneer
de tijdelijkheid kan worden aangetoond, wordt een ver
gunning verleend
De heer de Jong meent, dat wanneer de eigenaar kan aan
tonen, dat een huurder van zijn ark bij een bepaald oe-
drijf werkt en voor zijn werk dus tijdelijk hier moet
wonen, een bewoningsvergunning kan worden verleend.
De heer Bierkens beaamt dit. Wanneer de eigenaar de ark
verhuurt aan iemand, die b.v. aan de sluizen gaat werken,
is er geen enkel bezwaar.
De heer de Jong meent, dat wanneer iemand kan aantonen,
dat hij voor zijn werk in deze gemeente moet wonen, een ver
gunning moet worden verleend.
De voorzitter zet nogmaals uiteen, wat bedoeld wordt met
"tijdelijkheid". Hiermee wordt niet bedoeld, dat men
tijdelijk bij een bedrijf in Dinteloord gaat werken en
dan vergunning krijgt om een ark te betrekken. Met tijde
lijkheid wordt b.v. de aanleg van wegen bedoeld, zoals de
Zoomweg. Wanneer dit werk is beëindigd, moet men vertrek
ken, omdat het bedrijf elders werken aanneemt. Voor deze
mensen is het niet mogelijk om in een gemeente een woning
te betrekken, omdat het steeds maar voor een paar jaar
is.
De heer Boluijt merkt op, dat wanneer de eigenaar zijn
ark verlaat, hij verplicht is om de ark uit de haven te
halen.
De voorzitter bevestigt dit, maar zegt tevens, dat aan
de eigenaar gelegenheid moet worden gegeven de ark te
verkopen.
De heer Hulshof zegt het een treurige zaak te vinden.
De heer Bierkens is van mening, dat wanneer nu toestem
ming wordt verleend om deze ark te gaan bewonen, de moge
lijkheid bestaat, dat binnen enkele jaren de haven vol
ligt met inwoners, die tijdelijk hun intrek nemen in een
ark, zolang zij nog geen huis hebben. Wanneer er dan men
sen zijn, die voor hun werk tijdelijk in deze gemeente
zouden moeten wonen, dan zou er geen plaats meer voor hen
zijn. Ter voorkoming daarvan is juist een verordening
vastgesteld.
De heer Hulshof is het hiermee niet eens. Hij zou het
juister gevonden hebben, wanneer hiervoor toestemming zou
worden verleend. Momenteel is de heer Jongbloed nog niet
in staat een woning te bouwen. De ark is van alle gemak
ken voorzien. Water, gas en elektra zijn aangesloten. Nu
moet alles worden afgebroken en weggehaald, zodat al deze
kosten door de eigenaar voor niets zijn gemaakt. De heer
Hulshof zou .in dit geval gaarne zien, dat toestemming
tot bewoning wordt gegeven. Hij vraagt de raad om zijn
voorstel te steunen om de heer Jongbloed alsnog toestem
ming te verlenen de ark te gaan bewonen.
De voorzitter zegt, dat alleen burgemeester en wethouders
vergunning kunnen verlenen. De raad kan de bevoegdheden
van dit college niet overnemen. -17-