De heer de Jong zegt begrepen te hebben, dat de bestaande silo's mogen blijven staan, maar dat niet tot uitbreiding mag worden overgegaan. De voorzitter antwoordt, dat wel tot uitbreiding van een silo mag worden overgegaan, maar niet voor detailhandel. De heer de Jong zegt, dat het in de toekomst heel goed mogelijk zou kunnen zijn, dat er behoefte is aan silo's met een bouwhoogte van 25 a 30 meter. Hij zou daarom ook niet gebonden willen zijn aan een maximale bouwhoogte van 17 meter. De voorzitter zegt, dat op het door de heer de Jong be doelde terrein niet tot uitbreiding mag worden overgegaan, wanneer de silo's een grotere hoogte hebben dan 17 meter. Voorgesteld wordt derhalve om de maximale bouwhoogte te verhogen tot 17 meter. Wanneer later blijkt, dat deze bouwhoogte te laag is, dan zal opnieuw moeten worden be zien of tot verhoging moet worden overgegaan door wijzi ging van het bestemmingsplan. De heer Coppens is het niet met de voorzitter eens. Zowel het particulier belang, als het algemeen belang moeten worden overwogen. Daar moet een redelijke tussenweg voor gevonden worden. Als alleen het algemeen belang geldt, dan zou met een nieuw voorstel moeten worden gekomen. De voorzitter antwoordt, dat voor een uitbreiding van een bedrijf, in strijd met een geldend bestemmingsplan, de uitwijkmogelijkheid van artikel 19 van de wet op de ruimtelijke ordening van toepassing is. Volgens dat arti kel is misschien uitbreiding mogelijk. De heer Theunissen vraagt, in hoeverre Cebeco detailhan del pleegt. De voorzitter antwoordt, dat dit niet te controleren is. Zou dit bedrijf voor dit soort aktiviteiten een uitbrei ding van de gebouwen nodig hebben, dan zou daarvoor geen vergunning worden verleend. Detailhandel is nu eenmaal verboden op dit terrein. Alleen de bestaande detailhandel wordt bij wijze van overgangsrecht toegestaan. De heer Hulshof vraagt of, wanneer dit plan is goedge keurd, er niets meer kan worden gedaan aan recreatie gebieden langs de Mark. Is hier dan speciale toestemming voor nodig? De voorzitter antwoordt, dat het niet mogelijk is om van dit soort terreinen een recreatiegebied te maken. In dit plan zijn de gebieden opgenomen, die bescherming behoeven. Hiervoor is de meldingsplicht aanwezig. Deze gebieden moeten worden gemeld aan de minister. Volgens de nieuwe wet mogen bij het erf van een boerderij 3 caravans wor den geplaatst. Het terrein zelf mag niet worden ver anderd. De heer Theunissen zegt, dat het nu ook niet mogelijk is om in deze gemeente een vliegveld te bouwen. De voorzitter zegt, dat dit volgens dit bestemmingsplan inderdaad niet mogelijk is. Gedeputeerde staten kunnen echter eisen, dat een vliegveldterrein in het bestemmings plan moet worden opgenomen. De voorzitter zou het beter vinden, dat de beslissing voor het bouwen van een vliegveld, wordt overgelaten aan de raad. Hierna wordt het voorstel zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen aangenomen. -14-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1973 | | pagina 35