1 6-
VOTERING KRE
DIET SCHADE
LOOSSTELLING
ONTEIGENING PAN
DEN 00STV00R3TR.
32,32a,34,34a,36,
36a,38 en 38a van
DE ERVEN VRIENS.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt het voorstel aangenomen.
17.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 18 decem
ber 1972 om tot votering van een krediet van ƒ.18.400,
over te gaan, ter betaling van de schadeloosstelling,
vastgesteld bij onteigeningsvonnis voor de woningen Oost
voorstraat 32, 32a, 34, 34a, 36, 36a, 38 en 38a van de
erven Vriens.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (10) stemmen
wordt het voorstel aangenomen.
AANLEG MaRK-
VLIETKANAAL.
18.Een voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 januari
1973 om aan de colleges van gedeputeerde staten en pro
vinciale staten van Noord-Brabant, kenbaar te maken, dat
de aanleg van de Mark-Vlietverbinding niet urgent en niet
gewenst is.
De heer van der Wiele vraagt zich af of het college van
burgemeester en wethouders niet voorbarig is om nu al
een duidelijk "neen" te laten horen ten aanzien van de
aanleg van het Mark-Vlietkanaal.
Gedeputeerde staten hebben op vragen geantwoord, dat zij
een opnieuw waarderen van de aanleg van het Mark-Vliet-
kanaal noodzakelijk achten.
Het voornaamste argument, wat van doorslaggevende beteke
nis was, was de afwijzing door de suikerfabriek "Dintel-
oord" in Stampersgat.
Spreker vindt dit niet reëel, want er bestaat toch nog
kans, dat het tracee verlegd wordt, zodat de fabriek er
minder last van zal krijgen.
Wat de milieu-hygiënische werken betreftdie in gevaar
zouden komen, zegt de heer van der Wiele, dat dat al goed
te merken was tijdens de campagne!!
Verder zijn er, aldus de heer van der Wiele, nog andere
redenen, die vóór de aanleg van het kanaal pleiten.
B.v. wat zal er in de toekomst van de Vliet terecht komen
als men er niet meer aan doet, dan thans het geval is?
Gezien de tekorten, die het waterschap nu reeds heeft,zal
daar niet veel verandering in komen.
Spreker meent, dat ook uit financieel oogpunt de gemeente
de aanleg van het kanaal niet kan afwijzen, aangezien het
de gemeente geen geld gaat kosten. De aanleg komt ten
laste van het rijk, de provincie en de gemeente Roosendaal,
welke gemeente de belanghebbende is.
De heer van der Wiele is van mening, dat de aanleg van
het Mark-Vlietkanaal een verbetering zou kunnen betekenen
voor de waterafvoer.
Spreker noemt ook nog de Kon.Schuttersvereniging "Schutte-
vaer", die de aanleg van het kanaal onderschrijft en die
toch wel deskundig is op het gebied van de scheepvaart.
De heer van der Wiele onderkent ook de negatieve argumen
ten. Het aantrekken van nieuwe industrieën ziet hij niet
zitten. Of het voor Roosendaal voor de infra-struktuur dan
ook van betekenis zal zijn, is voor hem een groot vraag
teken.
Spreker betwijfelt het ook, dat het kanaal een druk be
vaarbaar water zal worden, maar de schepen, die deze rour
te nodig hebben, kunnen dit kanaal niet missen.
-17-