-27-
De heer Coppens zegt, dat hij ook voorzieningen wil treffen
voor het buitengebied en niet alleen voor de bebouwde kom.
Dit schijnt echter niet mogelijk te zijn.
De voorzitter zegt toe de mogelijkheden te onderzoeken om
enkele kruispunten in de polders te verlichten.
Wat betreft de baatbelasting, zegt de voorzitter, dat deze
belasting niet is verhoogd omdat de voorzieningen ten behoe
ve van de polderbewoners in het verleden reeds zijn getroffen.
De heer Coppens stelde, dat de belastingen worden verhoogd
ten behoeve van voorzieningen op sportgebied en hij vindt,
dat de verenigingen dit zelf moeten betalen. Dit zou beteke
nen, aldus de voorzitter, dat de verenög.ngen dan om subsidie
zouden vragen en dan draait men in een vicieuze cirkel.
De heer Coppens zegt, dat hij dit zo niet heeft gesteld. Hij
heeft gezegd, dat niet alleen de straatbelasting moet worden
verhoogd, maar dat de tarieven voor de sport ook moeten wor
den verhoogd. Op allerlei gebied spelen kostenverhogingen een
belangrijke rol en spreker vindt, dat dan de kosten voor de
sport ook moeten worden verhoogd en dat de stijgingen niet
alleen verhaald moeten worden op de belastingen.
De heer Bierkens merkt op, dat de kosten voor de sportvereni
gingen eveneens stijgen. Hij noemt o.a. verhoging van kontri-
buties, vervoerskosten, salarissen instructeurs, enz. Spreker
meent echter, dat de kontributies voor de leden niet zo hoog
moeten worden opgevoerd, dat het voor bepaalde mensen niet
meer mogelijk is om hun sport te beoefenen. Het moet voor
iedereen mogelijk zijn om een sport te beoefenen en daar zal
dan de gehele bevolking aan mee moeten betalen.
De heer Bierkens is het niet eens met de heer Sturris met
zijn veronderstelling, dat maar een klein, gedeelte van de
bevolking van de sportvoorzieningen geniet. Juist een groot
gedeelte van de bevolking maakt van deze voorzieningen ge
bruik en een klein gedeelte doet hier niet aan mee.
Spreker vindt, dat van de in deze gemeente getroffen voor
zieningen op het sportgebied, door alle lagen van de bevol
king gebruik gemaakt moet kunnen worden. Hij noemt als voor
beeld de voetbalvelden.
Van beide verenigingen maken 250 leden hiervan gebruik.
Het is dus hard nodig, dat er een derde voetbalveld bij komt.
Daar zal de gehele bevolking aan moeten bijdragen en spreker
vindt het niet juist te stellen, dat wanneer men in de polder
woont en men niet van deze voorzieningen gebruik maakt, die
mensen hieraan niet hoeven te betalen.
De heer Coppens is het er wel mee eens, dat iedereen aan de
verhogingen mee moet betalen. Wanneer men aan een sport
deelneemt, moet men daar zelf meer voor betalen door b.v.
verhoging van toegangsgelden. Spreker zegt, dat b.v. de ta
rieven voor het zwembad niet zijn verhoogd.
De heer Bierkens zegt, dat deze tarieven in 1973 zijn ver
hoogd
De heer Coppens vraagt, waarom de tarieven niet elk jaar wor
den aangepast.
De heer Bierkens zegt, dat men rekening moet houden met de
omliggende gemeenten en dat daar gelijke tred mee moet wor
den gehouden. Hetzelfde geldt voor de toegang tot de voetbal
velden. Hij zegt nogmaals, dat het niet zo mag zijn, dat de
hoge kontributies en toegangsgelden, iemand er van weerhouden
om een sport te beoefenen.
-28-