Als men bedenkt, dat de gemeente Dinteloord nog lang niet
helemaal gerioleerd is, nog verschillende open riolen kent en
dat de kern van het dorp, ondanks de vele kosten, er al jaren
uitziet als een slagveld, dan vraagt hij of sport als gemeen
schapsvoorziening nooit te duur kan worden en riolering soms
al gauw te duur is. De heer Coppens meent, dat de aantrekke
lijkheid van Dinteloord als woongemeente vooralsnog niet van
de kom der gemeente komt, maar veeleer van het buitengebied,
van de ruimte. Hij vindt het danook verwonderlijk, dat burge
meester en wethouders voor dat buitengebied zo gierig zijn.
Hij krijgt de indruk, dat het buitengebied een aardig melk
koetje is in de vorm van heffing straatbelasting en opcenten
personele belasting teneinde het centrum nog maar verder te
kunnen afbreken. De baatbelasting is in dit opzicht al een
flagrante discriminatie.
Als de polders een bijdrage vragen aan de gemeente voor het
onderhoud van him wegen, dan is er geen geld, ook niet het
geld van de straatbelasting.
De heer Coppens zegt nogmaals, dat Dinteloord aantrekkelijk
is door haar buitengebied. Iedereen, die een beetje milieu
bewust is en dat zijn we allemaal tegenwoordig, aldus de heer
Coppens en hij denkt hierbij aan het bestemmingsplan voor het
buitengebied, iedereen zal daar graag van genieten, maar men
heeft dan wel wegen nodig.
Hij vraagt vervolgens of het niet nuttig zou zijn om op ge
vaarlijke kruisingen in de polders, een lichtpunt aan te bren
gen. In andere gemeenten is dit ook gebeurd.
De heer Coppens zegt, dat het zwemmen, voetballen, schaatsen
enz. wel wat mag kosten, maar hij vraagt zich af of dit nu
alles moet kosten en of het vertoeven in de ruimte, in de
polders, dan helemaal niets mag kosten. Naar zijn mening is
dit momenteel wel zo en moet er nog geld worden opgebracht
om nog meer te kunnen sporten.
De heer Coppens zegt, dat hij grote bezwaren heeft tegen de
verhoging van de straatbelasting. Hij is niet tegen sport,
maartij is eveneens voor riolering en onderhoud van de gemeen
te, alsmede voor het toegankelijk maken van het buitengebied.
Dit is naar zijn mening ook belangrijk.
In het begin van zijn betoog heeft hij gesproken over accen
ten. Naar zijn mening wordt het accent te eenzijdig op kunst
matige gemeenschapsvoorzieningen gelegd. Dit is een status
symbool en het gaat ten koste van veel waardevollere en goed
kopere voorzieningen, n.l. de verzorging van het buitengebied
Riolering van bepaalde straten kan misschien onevenredig duur
zijn, maar de heer Coppens zou hiervan toch graag een begro
ting zien.
De heer Coppens zegt nergens tegen te zijn, maar hij is voor
bepaalde punten, waar burgemeester en wethouders tegen schij
nen te zijn. Het compromis is naar zijn mening te eenzijdig.
Hierna zegt de heer de Visser het volgende:
"Alvorens een beschouwing aan de begroting te wijden, wil ik
"even stil staan bij het plotselinge verscheiden van onze
"burgemeester Pop, zo kort geleden.
"Gedurende de gehele periode van 27 jaar, dat hij onze ge
beente leidde en het voorzitterschap van dit college be-
kleeddehad ik het genoegen deel uit te maken hiervan. On
tegenzeggelijk heeft burgemeester Pop een persoonlijk stem-
"pel op het algemeen beleid voor Dinteloord en Prinsenland
"gedrukt.
-10-