-8- De heer de Visser meent, dat er weinig mensen zijn, die naar een ter-inzage-gelegd bestemmingsplan komen kijken. De voorzitter zegt, dat er 30 personen geweest zijn om het bestemmingsplan voor het buitengebied in te zien en dat er verschillende bezwaarschriften zijn ingediend. De heer Coppens zegt, dat wanneer men een bedrijf in het plan buitengebied heeft en daarvoor een bestemmingsplan ter inzage is gelegd, de belanghebbende daar natuurlijk naar gaat kijken. De heer Littooij zegt, dat praktisch alle landbouwbedrij ven en andere bedrijven het plan hebben ingezien. De heer Coppens meent, dat ook vóór dit bestemmingsplan, in dit gebied niet zo maar een industrieel bedrijf mocht worden gevestigd. De voorzitter antwoordt, dat dan het bedrijf een aantal ha moest bezitten, maar dat dit nu veranderd is. De heer Coppens vraagt of in dit gebied een champignon kwekerij mag worden gevestigd. De voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Dit valt onder agrarisch bedrijf. De heer Littooij zegt, dat in het bestemmingsplan wel be- paalde plaatsenzijn, waar dit niet mag. De voorzitter zegt, dat er een aanvraag is ingediend voor het maken van een jachthaven aan de Vliet. Dit is echter niet toegestaan, omdat in het bestemmingsplan dit stukje is aangegeven als beschermd gebied. Ook de schorren mogen niet worden veranderd. Aan het gehele gebied is dus een bestemming gegeven. De heer Coppens meent, dat alle boerderijen bij de bebouw de kom, de gelegenheid hebben gehad om 1 ha te bebouwen. Wanneer de fa.Rijnberg een landbouwbedrijf was, dan zou er dus wel iets bijgebouwd mogen worden. Spreker vraagt of er een mogelijkheid inzit, om de fa.Rijnberg op die manier toestemming te geven tot uitbreiding van haar be drijf. De voorzitter zegt, dat aan de fa.Rijnberg vergunning moest worden verleend, omdat aan de buitenkant van het be drijf niets veranderde. Ook is aan de fa.Rijnberg vergun- ?rbouwen ning tot het intern/van haar bedrijf verleend. De heer Coppens vraagt, wat er verandert, als er een stuk schuur wordt bijgebouwd. De voorzitter zegt, dat er niet gezegd is, dat er niets bijgebouwd mag worden, maar momenteel is dat nog niet mogelijk. Spreker wil de wanbegrippen wegnemen, dat er geen medewerking wordt verleend en dat de vergunning is geweigerd. Dit is niet het geval. Hangende de procedure, kan er nog geen vergunning worden verleend. De heer Coppens is bang, dat gedeputeerde staten geen goed keuring zullen verlenen aan het besluit van de raad om in het phn een industrieel bedrijf op te nemen. Spreker zegt, dat het dan geen zin gehad zou hebben om aan het gebied een bestemming te geven. Dit is echter geen gemeentelijke zaak, maar een landelijke zaak. De heer Bierkens zegt, dat wanneer de raad besluit tot wijziging van het plan, ook hierop bezwaarschriften kunnen worden ingediend. Spreker is bang, dat gedeputeerde staten hieraan dan geen goedkeuring zullen verlenen. -9-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1973 | | pagina 132