-7-
De heer Hulshof vraagt nogmaals of deze wijziging tegelijk
met de wijziging van het Mark-Vlietkanaal kan worden be
handeld.
De heer Bierkens antwoordt, dat dit thans niet mogelijk is.
Momenteel kan de raad niets doen. Gewacht moet worden tot
dat gedeputeerde staten het bestemmingsplan voor het bui
tengebied hebben goedgekeurd en daarna kan de raad pas be
sluiten tot wijziging van het bestemmingsplan ingevolge
artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Spreker
vindt,dat de raad zich goed voor ogen moet houden, dat
hij dit bestemmingsplan een half jaar geleden zelf heeft
vastgesteld en dat het wel een rare indruk maakt bij gede
puteerde staten, als de raad na drie maanden het plan al
wil wijzigen.
De heer Hulshof zegt, dat het bestemmingsplan is vastge
steld toen het bedrijf van de fa.Rijnberg daar reeds was
gevestigd. Spreker wist niet beter dan dat dit bedrijf een
agrarisch bedrijf was. Er is nooit in een vergadering
over dit bedrijf gesproken.
De heer de Jong zegt, dat dit niet gebeurd is, omdat nog
nooit een aanvraag van de fa.Rijnberg is binnengekomen.
Spreker begrijpt, dat de heer Hulshof een manier wil vinden
om toch de fa.Rijnberg de gelegenheid te geven tot uitbrei
ding. Ook hij ziet die mogelijkheid, evenals burgemeester
en wethouders, niet.
De voorzitter zegt, dat door de fa.Rijnberg verzuimd is
om een beroepschrift in te dienen tegen het bestemmings
plan.
De heer de Visser is er van overtuigd, dat de fout niet
bij het gemeentebestuur ligt, maar bij de fa.Rijnberg.
De heer Littooij geeft een toelichting over de wijze,
waarop een bestemmingsplan tot stand komt. Eerst moet het
plan worden behandeld in de Commissie voor de gemeentelijke
plannen, waarin allerlei instanties op agrarisch, indus
trieel, volksgezondheid en ander gebied zitting hebben.
Eerst in een kleine commissie, daarna in een grote commis
sie. Dan komen daar opmerkingen over, die worden verwerkt
en uiteindelijk komt het plan ter inzage.
Het bestemmingsplan voor het buitengebied is op die wijze
tot stand gekomen en door de raad daarna vastgesteld.
Wanneer de raad nu tussentijds een wijziging wil aanbren
gen, door in dit geval het begrip "agrarisch bedrijf" te
verruimen, dan moeten gedeputeerde staten dit nog goed
keuren, maar het betekent ook, dat het plan opnieuw de
zelfde procedure moet volgen, weer behandeld moet worden
door de diverse commissie, ter inzage gelegd moet worden
enz., enz. Dit duurt allemaal veel langer. Beter is het
volgens spreker, om te wachten tot het bestemmingsplan is
goedgekeurd door gedeputeerde staten. Daarna kan de raad
het plan wijzigen en wanneer dit is gebeurd, dan kan
volgens het zgn. anticipatie-artikelartikel 19 R.O., de
raad op de beslissing van gedeputeerde staten vooruitlopen.
Dit is de snelste manier voor de fa.Rijnberg. Het bouwplan
wordt dan ter inzage gelegd en belanghebbenden krijgen
gelegenheid om bezwaren in te dienen.
De heer de Jong is het hiermee wel eens. Spreker vraagt
of de uienbakkerij van de fa.Rijnberg een agrarisch be
drijf is.
De heer Littooij zegtdat de raad moet besluiten om een
uienbakkerij aan het begrip "agrarisch bedrijf" toe te
voegen. -8-