De heer de Visser vraagt of er dan een wijzing in het be
stemmingsplan moet worden aangebracht en of dit niet nu
al kan worden gedaan.
De voorzitter antwoordt, dat het niet mogelijk is om, voor
dat het bestemmingsplan is goedgekeurd, een wijziging hier
in aan te brengen.
De heer Hulshof zegt, dat het plan niet is goedgekeurd,
omdat nog enkele wijzigingen moesten worden aangebracht in
verband met het Mark-Vlietkanaal. Het plan komt nu terug
om te worden gewijzigd en spreker vraagt, of het mogelijk
is, dat nu tegelijkertijd het plan kan worden gewijzigd
ten behoeve van de fa.Rijnberg.
De voorzitter zegt, dat de raad zijn besluit tot vaststel
ling van het bestemmingsplan, dan eerst ongedaan moet ma-
ken.
De heer de Visser meent, dat een bestemmingsplan altijd
kan worden gewijzigd.
De voorzitter antwoordt, dat dit pas mogelijk is, als het
plan door gedeputeerde staten is goedgekeurd. Nu is dat
onmogelijk.
De heer de Visser begrijpt niet, waarom het plan nu nog
niet kan worden gewijzigd. Hierdoor kan het bedrijf van de
fa.Rijnberg niet worden uitgebreid en komt het werk stil
te liggen.
De voorzitter zegt nogmaals, dat wijziging van het plan
pas mogelijk is, als gedeputeerde staten het bestemmings
plan hebben goedgekeurd.
De heer Hulshof stelt nogmaals de vraag of het plan tege
lijkertijd met de wijziging van het Mark-Vlietkanaal kan
worden gewijzigd ten behoeve van de fa.Rijnberg. Spreker
vraagt de mogelijkheid te onderzoeken of dit inderdaad
niet kan.
De heer Bierkens vraagt de heer Hulshof, welke wijziging
hij dan wil aanbrengen. Er zou dan n.l. een nieuwe be
stemming aan het plan gegeven moeten worden.
De heer Hulshof heeft begrepen, dat wanneer het bestem
mingsplan wordt goedgekeurd, het mogelijk is, dat de fa.
Rijnberg haar bedrijf daar niet mag uitoefenen, omdat het
geen agrarisch bedrijf is.
De heer de Jong merkt op, dat zelfs een agrarisch bedrijf
niet mag uitbreiden. Dit mag volgens hem alleen wanneer
het ".een bedrijf van 20 ha is.
De voorzitter zegt, dat de grootte van een bedrijf niet
ter zake doet om te mogen uitbreiden.
De heer Hulshof stelt, dat in het plan aan het bedrijf van
Rijnberg een_bestemming wordt gegeven. In het onderhavige
plan is dit/agrarische bestemming, waarvan de aard niet
mag worden veranderd. De fa.Rijnberg had zich reeds geves
tigd in dit gebied met een niet-agrarisch bedrijf.
Wanneer gedeputeerde staten dit plan goedkeuren, dan be
tekent dit, dat de fa.Rijnberg niet mag uitbreiden en daar
zal moeten verdwijnen.
De heer Bierkens zegt, dat het bedrijf van de fa.Rijnberg
wel mag blijven, maar niet mag worden uitgebreid.
De voorzitter voegt hieraan toe, dat wanneer de fa.Rijn
berg een verzoek indient, de raad het bestemmingsplan kan
wijzigen, nadat het plan is goedgekeurd door gedeputeerde
staten. Dit staat ook vermeld in het voorstel aan de raad.
-7-