-7- JZIGING GE MEENTEBEGRO TING 1973. RONDVRAAG. De heer de Jong stelt, dat er dus geen schuur of bijge bouwen bij geplaatst mogen worden. Toch bevredigt de zaak hem niet. Hij vindt het niet juist om de zaak in de volgen de vergadering te behandelen, alhoewel hij wel begrijpt, dat burgemeester en wethouders nog geen tijd hebben gehad om advies uit te brengen, gezien de korte tijd. De heer Hulshof zegt, dat de fa.Rijnberg reeds op 6 novem ber j.l. een bezwaarschrift heeft ingediend. Spreker meent, dat burgemeester en wethouders volledig op de hoog te zijn van alle gevoerde correspondentie en dat zij vol doende tijd hebben gehad om een advies uit te brengen. De heer Bierkens zegt, dat bij het bezwaarschrift werd gesteld, dat nog een nadere argumentatie zou volgen en deze brief is te laat binnengekomen, om nu al een advies uit te brengen. De voorzitter noemt enkele punten uit de brief van de fa. Rijnberg. Hier staat in, dat er geen besprekingen zouden zijn gevoerd en dat zij niets wist over de bepaling ,dat de bouwvergunning was verleend krachtens overgangsrecht. Spreker zegt, dat op 27 maart 1972 de bouwvergunning is verleend, waarbij werd opgemerkt, dat de vergunning krach tens overgangsrecht werd verleendhetwelk inhoudt dat uitbreiding van het bedrijf uitgesloten is. Dit zijn nog maar enkele punten en spreker wil in een volgende vergade ring ook nog andere punten nader toelichten. De heer Coppens is het hiermee volledig eens. Ook hij wil de motivering van beide partijen nader bestuderen, alvo rens een besluit te nemen. De heer Bierkens zegt nogmaals, dat zolang het bestemmings plan niet is goedgekeurd, er niets gedaan kan worden. De heer Theunissen vindt het vreemd, dat op dit terrein industrie gevestigd mag worden. Spreker vindt bovendien, dat wanneer medegedeeld is, dat niet tot uitbreiding mag worden overgegaan, het besluit niet veranderd moet worden. De heer Hulshof zegt, dat het geen industrie is, maar een bedrijf dat landbouwprodukten verwerkt. De voorzitter vindt het niet juist om dit punt nu ter discussie te brengen. Hij stelt voor om het verzoek in de volgende vergadering te behandelen. Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (9) stemmen wordt hierna het voorstel aangenomen. 13»Hen voorstel van burgemeester en wethouders om over te gaan tot wijziging van de gemeente-begroting, dienst 1973 (48 en 50). Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (9) stemmen wordt het voorstel aangenomen. 14.Ter beantwoording van de schriftelijke rondvraag zijn geen vragen ingekomen. Niets meer te behandelen zijn de en niemand meer het woord verlangende, sluit de voorzitter de vergadering.

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1973 | | pagina 124