-9- "Men zou kunnen stellen, dat de Westbrabanders eigenlijk "ongeschikt zijn voor goede samenwerking. West-Brabant "blijft een gebied van iedereen en van niemand, een "soort wingewest, dat openligt voor iedere vorm van "infiltratie van buitenaf zonder dat men daarop rea- "geert. Ondertussen groeien in West-Brabant twee nieuwe "bestuursstructuren n.l. het streekgewest West-Noord- "Brabant en het stadsgewest Breda. Deze nieuwe samen- "werkingsverbanden kunnen belangrijk werk doen, maar "het gevaar zit er in dat West-Brabant straks met twee "monden spreekt. "Waarom kan men in Oost-Brabant wel tot een hechte "samenwerking komen? "Onze voorhoede-sprekers zijn geen West-Brabanders en "toch lukt het niet, men is te individualistisch, stug "en wantrouwig. Dit geldt ook voor de kleinere gemeente- "besturen, die ieder voor zich hun eigen identiteit "onder geen enkele voorwaarde willen prijsgeven. "Wij hopen ondanks alles, dat het doel van ons streven "om tot óén gewestvorming in West-Brabant te komen, "binnen korte tijd gerealiseerd zal worden. "Op West- "Brabanderssluit de rijen!!" "Tot slot nog een dankwoord voor de samenstellers van "deze begroting." De heer Vriens zegt met deze begroting akkoord te kun nen gaan en is verheugd dat deze weer sluitend is, voor al omdat hiervoor de plaatselijke belastingen niet ver hoogd dienden te worden. Spreker vraagt verder of men de Westvoorstraat in het voorjaar van 1972 kan herstra ten, want deze straat is zeer slecht berijdbaar en bovendien gevaarlijk. De voorzitter zegt de dank van alle sprekers voor het samenstellen van deze begroting aan betreffende perso nen te zullen overbrengen. Niet betrekking tot de vraag van de heer Sturris, hoe veel gemeenten er met een sluitende begroting zijn, zegt de voorzitterdat dit toch nog een vrij groot aan tal is. De tendens is echter wel aanwezig, dat het aan tal gemeenten dat geen sluitende begroting heeft, ieder jaar weer toeneemt. Dit is voor een gemeente zeer on plezierig, omdat men dan onder "voogdij" komt te staan en veel langer op de goedkeuringen van raadsbesluiten moet wachten. Wat betreft een opmerking over het niet verhogen van de belastingen, zegt de voorzitter, dat niet geaarzeld zal worden deze te verhogen wanneer dit noodzakelijk zou zijn. Dit is echter thans niet het geval, omdat diverse grcte plannen niet uitgevoerd kunnen wordenwegens een gebrek aan financieringsmiddelen. Naar aanleiding van de bezwaren van de heer Sturris tegen de geraamde uitgaven voor de vaccinaties en de subsidies voor instellingen op recreatief gebied, zegt de voorzitterdat dit een principieel standpunt is. Met betrekking tot de opmerking over de ijscokar op zondag, zegt de voorzitter, dat dit in de Zondagswet geregeld wordt. In het algemeen geldt voor aktiviteiten een verbod tot 13.00 uur. Een verbodsbepaling dat ook n& 13.00 uur niet met een ijscokar gereden mag worden, kan niet gegeven worden, omdat dit in strijd met de zondagswet zou zijn. De zondagswet is natuurlijk een soort compromis, want ook nèi 13,00 uur zijn er nog godsdienstoefeningen. De voorzitter vraagt, wanneer men constateert dat er zondags reeds vóór 13.00 uur met ijs gevent wordt, dit aan burgemeester en wethouders door te geven, die dan de nodige maatregelen kunnen nemen. -1 0-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 92