-4- Zonder hoofdelijke stemming en met algemene 11stemmen wordt het voorstel aangenomen. TOEPASSING ART. 9. Een voorstel van burgemeester en wethouders van 26 55 QUATER L.O. januari 1971 om aan de minister van onderwijs en weten- WET 1920 VOOR schappon te verzoeken voor de openbare school voor g.l.o. DE OPENBARE LA- in deze gemeente voor het jaar 1971, artikel 55 quater GERE SCHOOL EN dor Lager-ondorwijswet 1920 van toepassing te verklaren VASTSTELLING BE- en om hot bedrag por leerling, dat voor 1971 zal worden DRAG PER LEER- beschikbaar gesteld voor de in deze gemeente gevestigde LING VOOR 1971. bijzondere scholen voor g.l.o., konform artikel 101, lid 5 der Lager-ondorwijswot 1920, vast te stellen op ƒ.135,-. De heer de Schutter zegt, dat hot hem ook vorig jaar al verbaasd heeft, dat het verschil tussen het bedrag per leerling van de bijzondere scholen en dat van de openbare school zo groot was en constateert thans* dat, relatief gezien, het verschil dit jaar nog groter geworden is. Spreker vraagt of het bedrag ad 135,hetgeen door de inspoktcur van het lager onderwijs is geadviseerd, ook de instemming heeft van de besturen van de bijzondere scholen De voorzitter zegt, dat hierover met de besturen geen overleg gepleegd is en dat de Lager—onderwijswet 1920 dit ook niet voorschrijft. Het bedrag per leerling van de bijzondere scholen is lager dan het bedrag per leerling van de openbare school, omdat deze school een kloin aantal leerlingen heeft en derhalve in bijzondere omstandigheden verkeert. Wanneer de openbare school als maatstaf voor het bedrag per leerling voor de bijzondere scholen genomen zou worden, dan zou dit niet in overeenstemming zijn met de werkelijke kosten. De heer de Schutter zegt dit te kunnen begrijpen, maar het landelijk gemiddelde ligt intussen op 160,per leerling. Spreker zou hot toch boter gevonden hebben, wanneer met de besturen van de bijzondere scholen overleg was gepleegd. De voorzitter antwoordt dat deze gemeente een bedrag per leerling vaststelt voor de bijzondere scholen, hetwelk ongeveer gelijk ligt aan het gemiddelde bedrag in de provincie Bovendien kunnen de besturen van de bijzondere scholen, na vaststelling door de raad van het bedrag per leerling, hiertegen beroep aantekenen. Zonder hoofdelijke stemming en met algemene 11stemmen wordt het voorstel aangenomen. Een voorstel van burgemeester en wethouders van 18 januari 1971 om aan het Muza-comitd voor de in 1970 ge houden Muzafeesteneen subsidie te verlenen van 10.369,82. De heer Sturris kan zich met het voorstel niet verenigen. Hij acht zijn standpunt inzake de subsidiering van de Muzafeeston en do Wielerronde voldoende bekend en hij wenst daarom geacht te worden te hebben tegengestemd. De hoer Hulshof zegt dat er in de gemeente een misver stand bestaat over de subsidieverlening aan het Muza- comitó en de Wielerronde. Hij vraagt of de entreegelden 1 00^> vermakelijlchedenbclasting zijn of goldt hiervoor soms een zeker percentage. Hot werkelijke subsidiebedrag is dan in feite lager. Dc voorzitter zegt, dat dit geregeld is in de verordening op do vermakelijkhedenbelasting. SUBSIDIE 10. MUZA-COMITÊ 1970. -5-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 8