Reservering
-10-
Deze had als bergruimte een huis van de Bruijn in de
Westerstract gehuurd. Deze woning was ook onbewoonbaar
verklaard en werd door de gemeente gekocht. De heer
Weijler moest dit pakhuis binnen tien dagen ontruimen.
Spreker vraagt of toen ook een schadeloosstelling is
uitgekeerd. De heer Hulshof zegt zich genoodzaakt te
voelen tegen dit voorstel te stemmen en hoopt dat de
meerderheid van de raad dit zal doen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat deze regeling ook
het college van burgemeester en wethouders in eerste
instantie vreemd voorkwam. Het is n.l. zo, dat men een
onbewoonbaar verklaarde woning niet als woning meer mag
verhuren, maar wel als opslagplaats. Spreker zegt, dat
artikel 40 van de Woningwet het ontruimen van een woning
bedoelt, maar in dit geval was het een opslagplaatsDit
artikel kon dus niet toegepast worden. Het is dus als
bedrijfsruimte verhuurd en toen was niet te voorzien
voor hoe lang dit zou zijn. Verder zegt de voorzitter,
dat de heer Korteweg wel huurder is en het verder niet
van belang is wie er gebruik van maakt.
De heer Hulshof vraagt waarom dan aan de heer Weijler
geen schadeloosstelling is toegekend en of de heer
Korteweg zelf om deze vergoeding heeft verzocht.
De voorzitter zegt hierop, dat hem de omstandigheden
van de kwestie Weijler niet geheel bekend zijn en zegt toe
dit alsnog te onderzoeken. Hij kan evenwel geen toe
zeggingen doen. Verder zegt spreker, dat, wanneer men
nu de Kreek zou kunnen dempen en dit gebouw zou niet
gesloopt kunnen worden, omdat het nog verhuurd zou zijn
men weer in een impasse zou geraken. Door de "stichting
adviesbureau onroerende zaken" is hierover een rapport
gemaakt en dit rapport gaf een schadeloosstelling aan
van 1.500,--.
Het is inderdaad een beetje vreemde zaak, maar juridisch
is hier niets aan te doen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel aangeno
men, onder aantekening, dat de heer Hulshof en de heer
van der Wiele geacht willen worden te hebben tegenge
stemd
BOUWPERCEEL
VOOR GEBR.H. EN
B. SLINGS.
17. Een voorstel van burgemeester en wethouders van 13 sep
tember 1971 om voor de Gebr.H. en B.Slings te Dinteloord,
voor de tijd van 6 maanden, ingaande 1 oktober 1971een
bouwperceel te reserveren, gelegen aan de van Heemskerck-
straat, ten behoeve van de door hen voorgenomen bouw van
een bedrijfspand met bovenwoning.
De heer Sturris zegt hierover het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
"Bij het doornemen van de punten 17, 18 en 19, u vergeve
-"mij, dat ik over 3 punten tegelijk praat, maar het is
"dezelfde kwestie, valt het mij op dat de Gebr.Slings
"en Proned N.V. een waarborgsom moeten betalen, de Gebr.
"Slings van 10%, Proned N.V. iets minder, welke bedragen
"aan de gemeente vervallen wanneer de bouw geen doorgang
"vindt, terwijl bij de reservering van van der Vorm
"hierover niet wordt gesproken, daar wordt de gebruike
lijke rente van.-5% gerekend. Ik vraag mij af, mijnheer
"de voorzitter, waarom hier niet één lijn getrokken
"wordt en iedereen wordt behandeld zoals van der Vorm,
"waar ik lees: "zoals gebruikelijk zal voor de reserve-
"ring een vergoeding aan de gemeente verschuldigd zijn
"enz.". Bij Slings en Proned N.V. lees ik niet, dat u in
"afwijking van het gebruikelijke, 10% laat betalen, die
"aan de gemeente vervallen. Bovendien zou ik dan nog
"willen weten waarom? Ik meen dat de raad nooit een voor-
"stel van die strekking heeft bereikt. Ik dank u."
-11 -