-7-
zijn. Verder vraagt de heer Hulshof of, nu de normen en
voorschriften veranderd zijn. geen herhaalde kennisgeving
moet volgen.
De voorzitter antwoordt hierop, dat hij het volkomen
eens is met deze brief. Deze gemeente heeft altijd al
in de "geest" van de brief gehandeld. Er staat dan ook
niets nieuws in. Het enige nieuwe is, dat in het verle
den de P.v.d.A. over deze aangelegenheid wel eens anders
heeft gedacht en nu meer in het vaarweter van de gemeen
te is gekomen. Spreker zegt verder, dat er momenteel
twee aanvragen tot aankoop van een woningwetwoning zijn
binnengekomen
De heer Hulshof vraagt of er dan helemaal geen wijziging
is gekomen in de verkoopvoorwaarden
De voorzitter zegt hierop, dat alle ministeriële be
schikkingen in acht moeten worden genomen., en deze
worden door het gemeentebestuur toegepast.
Spreker zegt dan ook, dat er uit een oogpunt van beleid
geen enkel nieuw punt in de brief staat. Er is en
wordt in deze gemeente al het mogelijke aan de regeling
gedaan. Vooraf worden aanvragers nog eens volledig op
alle voorschriften en bepalingen gewezen.
Ook de heer Buscop zegt, dat alle medewerking wordt
verleend aan belangstellenden. Dit blijkt o.a. uit hgt
feit, dat er in het verleden reeds 13 woningwetwoningen
zijn verkocht en dat er thans weer 2 aanvragen zijn in
gediend. Dat voorgesteld wordt om de brief van de
P.v.d.A. voor kennisgeving aan te nemen, wil niet zeggen
dat de argumenten die daarin staan, worden afgewezen,
maar alleen dat de regeling in deze gemeente wordt uit
gevoerd, zoals deze in de brief staat en dus als zodanig
niets nieuws naar voren brengt.
Zonder hoofdelijke stemming en met algemene (11stemmen
wordt het voorstel aangenomen.
ONTEIGENING
DIVERSE PANDEN
OOSTVOORSTRAAT
VAN WED.C.J.VAN
KCK-BREURE EN DE
ERVEN VRIENS.
15.Een voorstel van burgemeester en wethouders van 23 au
gustus 1971 om in het belang van de volkshuisvesting ten
name van de gemeente Dinteloord en Prinsenland te ont
eigenen de aan mevr.wed.C.J.van Eck-Breure in eigendom
toebehorende panden, plaatselijk gemerkt Oostvoorstraat
69 en 71alsmede de aan de erven Vriens in eigendom
toebehorende panden, plaatselijk gemerkt Oostvoorstraat
32,32a,34,34a,36,36a,38 en 38a.
De heer Sturris zegt hierover het volgende:
"Mijnheer de voorzitter,
"Het spijt mij bijzonder, dat de onteigening van Eek
"weer op de agenda geplaatst is moeten worden en nu dan
"om de raad toestemming te vragen definitief de zaak uit
"handen te geven. Mijnheer de voorzitter, tijdens onze
"vergadering van 4 mei j.l. heb ik gevraagd of er toch
"wel voldoende overleg is geweest, u zegde toen toe om
"alsnog mevr. van Eek te zullen benaderen. Dat is danook
"gebeurd, maar hoe. Deze benadering geschiedde middels
"uw schrijven van 11 mei 1971, dat schrijven wil ik per
soonlijk meer een ultimatum noemen. U pleegt daarin
"geen enkele toenadering, u handhaaft uw bod van 28
"januari 1971 van 75.000,welk bod u ook reeds
"deed bij uw schrijven van 2 oktober daaraan voorafgaand,
"u handhaaft nu dus bijna reeds een jaar hetzelfde bod,
"hetwelk toch wel van heel weinig soepelheid getuigt.
"Bovendien is de toon van bedoeld schrijven ook zodanig,
"dat alleen van een ultimatum kan worden gesproken, het
"komt er op neer: "Ga nu maar akkoord met die ƒ.75.000,--
"anders mogen we van de raad tot de onteigeningsproce
dure overgaan".
"Nee, mijnheer de voorzitter, ik had heel wat anders ver
dacht. -8-