-1 8- De heer de Jong vond het een eer en ik ook, dat hij nou eens een keer namens de raad mocht spreken (meestal doet de voorzitter dat), maar nu in de kwaliteit als oudste raadslid, plaatsvervangend nestor zou je kunnen zeggen. Meneer de Jong heeft mij, namens de raadsleden, een ge schenk aangeboden in de vorm van een zilveren asbak en een flacon met inhoud. Dit is een unaniem besluit van de leden van de raad, waarvan wij weten dat ze het vaak niet met elkaar eens zijn en door middel van de heer de Jong hebben ze dit willen aanbieden. Meneer de Jong daarvoor mijn hartelijke dank en voor de woorden daarbij gesproken. Dan kom ik bij de heer Littooijdie mede de woordvoerder was van het personeel der gemeente-sekretarie en anderen. Meneer Littooij schrijft zo verschrikkelijk veel op, wat ik hem eerst dikteerde en wat ik later zo maar met een enkel woord zei en dan wist hij in brieven, voorstellen en nota's e.d, op te schrijven wat -.mijn gedachten waren. En als je dat dan zo'n 25 jaar doet (ik heb u gezegd, dat hij zijn eigen jubileum stilzwijgend voorbij heeft laten gaan) dan gaat er onwillekeurig een klein beetje invloed van de een op de ander over en soms heeft hij mijn woorden al opgeschreven, voordat ik ze gesproken heb, omdat hij zo goed weet wat mijn antwoord is. Het gebeurt wel eens, als ik met vakantie ben, dat er gevraagd wordt, wat zou de burgemees ter daar nu van zeggen, zou hij ja of nee zeggen. Dat "ze" kunnen raadsleden, wethouders of ambtenaren zijn. Meneer Littooij zegt dan, ik denk, dat de burgemeester dit of dat zou zeggen en meestal komt het nog uit ook. Dit is een soort telepathie en om dan niet verwaand te worden, dat zijn twee dingen, die ik in de heer Littooij zeer waardeer. Daarvoor en u kunt wel zien, dat hij een uitstekende leer ling is geweest, want hij heeft hier een schitterende rede voering weggegeven met allerlei kleinere en grotere steekjes onder en boven water (wat we regelmatig ook wel doen), die getuigen hoe onze verhouding ongeveer geweest is. Hij heeft mij dan namens de ambtenaren een beetje in het zonnetje gezet als een humaan chef. Nu, ik voel me nooit zo verschrik kelijk als chef. Ik voel me op het ogenblik als de iets oudere, die al eens iets meegemaakt heeft en zegt van "jon gens, dat kunnen we beter zo en zo doen"en verder niets. Ik hou er niet van om te zeggen het moet zo en zo en ik leer altijd bijzonder veel. Ik leer altijd graag van de ambtenaren, want zij studeren, zitten erin en weten alles en zij zijn er om de burgemeester, burgemeester en wethou ders en de raad voor te lichten en ik hou me altijd harte lijk aanbevolen. Ik maak ook weieens stijlfouten, is het niet meneer Littooij en dan is het leuk om te zien of hij of ik gelijk heb en dan pakken we het woordenboek erbij. Daarom heeft hij natuurlijk gedacht, we geven hem een woor denboek. Soms is het ook wel eens leuk als je het van die jonge mannen wint. De heer van Boven heeft dan weer de stem vertolkt van de andere groep ambtenaren. Zij hebben ons willen vereren met een paar boekensteunen, want als je zo geleerd bent, hebben zij gedacht, dan hanteer je zoveel boeken en deze moet je weer een keer rechtop bij elkaar zetten. Daar heb je steun voor nodig, dus heren van de afdeling gemeentewerken en wat erbij hoort, mijn bijzonder hartelijke dank en voor de daarbij behorende bloemen, aan mijn vrouw aangeboden, ook mijn hartelijke dank. De heer Valkenburg moet ik nog zeer hartelijk bedanken. Dat was nou één, die sprak over de tijd, natuurlijk ook mede namens de heer van der Riet, toen zij mij destijds hebben ingehaald ten huize "Van Eek" in Zevenbergen. -1 9-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 50