-1 6- Mijnerzijds zou ik daarbij willen aanbevelen de verdraag zaamheid niet uit het oog te verliezeneen aloude christe lijke deugd, die soms bij de grote ijveraar voor vernieu wing en verdergaande democratisering te kort gedaan schijnt te worden. Maar hoe dan ook, hier in deze gemeente, die op de algemene regel geen uitzondering maakt wat het zijn van een tranendal betreft, zijn de tegenslagen, mislukkingen en desillusiesrelatief gesproken, zeer gering geweest en zeker waar zij aan personen toegeschreven zouden moeten worden. Slechts rampen van internationale aard (oorlogs geweld) of grote natuurrampen (watersnood 1953) vermochten het leven hier soms te bedreigen en benauwden ons. Waar het aan de inwoners, hun organisaties, instituten of instellingen lag, kan ik zeggen, dat het goed dienen was in deze gemeente. Moge het ook in de toekomst zo zijn, dat de gemeente ge vrijwaard van rampspoeden, zich moge ontplooien en ontwik kelen. En dat, juist nu zich grootse perspectieven openen, geen nieuwe, onwijze ingreep van buitenaf deze evenwichtige ontwikkeling moge verstoren. Dit is mijn oprechte wens bij deze dag, dames en heren. Ik wil dan nu eindigen (maar ik kan de verschillende spre kers haast niet meer uit elkaar houden) met de heer Buscop bijzonder te danken, dat de gemeente mij en mijn vrouw in staat stelt om ter gelegenheid van dit jubileum, een poosje weg te gaan en liefst zo ver mogelijk als je het bedrag van de cheque ziet. Deze wenk wordt goed begrepen. De heer Bierkens heeft op zijn manier de verstandhouding in het college van burgemeester en wethouders, een verhouding van mijn persoon tot de wethouders en tot de gemeente, tot de verschillende groepen en kerkgenootschappen, uitstekend geschilderd. Dacrvoor mijn hartelijke dank. Dat de heer Coppens woorden van dank heeft gesproken, ook namens de heer de Visser, heeft mij goed gedaan. De heer de Visser getuigt zelf, dat hij en ik door verschillende omstandigheden nogal eens een keer samen op de kiosk staan of samen achter de groene tafel zitten bij de een of andere gelegenheid. Dit heeft natuurlijk gemaakt, dat er een zekere goede verstandhouding tussen hem en mijn persoon in al die jaren gegroeid is. Hartelijk dank, meneer Coppens. De heer Hulshof heeft getuigd, dat hoewel er in deze ge meente soms verèchil.van mening en inzicht is tussen zijn polieke inzichten en die van de andere leden, er steeds - misschien heb ik daar iets aan kunnen en mogen doen - de scherpe kantjes vanaf worden genomen en men, waar ik bij zonder prijs op stel, tot een juist en goed begrip, waar dering en respectering van elkanders standpunt kon komen. Ik hoop meneer Hulshof, dat dit ook zo voort zal mogen gaan in de toekomst en daarvoor mijn hartelijke dank. Meneer Sturris heeft op zijn manier weer de zaken belicht en ik prijs mij gelukkig, dat ook in de kringen, waarvan de heer Sturris de vertegenwoordiger is, een waardering be staat voor de manier waarop ik ook deze groep van de bevol king altijd tegemoet getreden ben en ik wil nogmaals zeggen, dat het mij bijzonder aanspreekt, dat je, ook al ben je het principieel op sommige punten niet met elkaar eens, op een eerlijke en rechte wijze eikaars standpunt weet te respec teren, niet te aanbidden, niet te overheersen, maar ook niet te kleineren of nog erger, in een verkeerd daglicht te stellen. Dit streef ik altijd bijzonder na en de heer Stur ris heeft daarvan getuigd; daar ben ik hem zeer dankbaar voor -17-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 49