-11- Ook u mevrouw Pop, zou ik willen laten delen in de hulde, welke uw echtgenoot heden wordt toegebracht. Ook aan u heeft de burgemeester zeer veel te danken, doch ook tevens de gehele Dinteloordse gemeenschap op schier allerlei ge bied, b.v. als initiatiefneemster van de talrijke bejaarden- reizen Ik hoop van ganser harte, dat deze dag voor u, uw echtge noot en kinderen, er één moge zijn, waarop u tot in lengte van jaren met het allergrootste genoegen op terug kan zien in dankbare herinnering. Laat ik mogen eindigen met de hoop en de wens uit te spre ken, dat het u en de uwen, onder Gods onmisbare zegen in de toekomst, in alle opzichten, goed zal mogen gaan. Toespraak van de heer de Frel oud-raadslid Meneer de voorzitter, mevrouw Pop, kinderen en geachte aanwezigen Er zijn al zoveel sprekers aan mij vooraf gegaan, dat het schijnbaar onmogelijk is om hier nog wat aan toe te voegen en toch heb ik hier op deze morgen een drieledige taak. Ik mag hier namens mijn oud-vriend en ons aller bekend raadslid Stange ook het woord voeren, die mij opgedragen heeft, ook namens hem een enkel woord te spreken. Ik heb zo de geschiedenis eens aan me voorbij laten gaan. Ik heb gedacht aan het verleden. Ik herinner me nog zo goed als de dag van gisteren, dat u Dinteloord binnenkwam. Mevrouw Pop afwezig, maar het andere heb ik van niemand gehoord en dat wil ik dan vermelden. Ook dominee Pop was daarbij aanwezig, uw vader. Deze kende ik van nabij zeer goed. Dat is het verleden en die is de weg gegaan van alle vlees, maar uw vrouw mag thans weer aan uw zijde zijn. Ik dank u hartelijk, dat ik deze uitnodiging van u mocht ontvangen om hior aanwezig te zijn en al had het mij ook nog zo moeilijk of zwaar gevallen,er zou mij niets te veel geweest zijn om bij deze dag tegenwoordig te zijn en u zult zich afvragen waarom? Wel burgemeesterwij hebben zeer lang met elkander omge gaan. Wij hebben elkander altijd eerlijk in de ogen kunnen zien. Wij hebben nooit zoet Jantje met elkander gespeeld, maar wij hebben eerlijk gezegd wat de gemeentebelangen waren. Maar ook wat mijn beginsel betrof, heb ik het hier in de gemeenteraad nooit onder stoelen of banken gestoken en u was altijd de man, die mijn standpunt zeer wist te respecteren en die dat altijd zelfs nog voor mij opnam, wanneer er wel eens geluiden van de een of ander naar voren kwamen. Ik heb u in die jaren leren kennen als een man - en ik wil geen mensen verafgoden, maar ik mag vandaag toch eerlijk zeggen hoe ik erover denk - die met de wet in de hand, het belang van de gemeente Dinteloord en ook met de wet in de hand, de voorstellen van de raad verdedigde en als het niet naar de wet was, kon men erop rekenen, dat het geen doorgang had en daar had ik altijd groot respect voor Ik herinner me nog, dat ik bij uw intrede in Dinteloord, een gebombardeerd dorp, gezegd heb, burgemeesteru staat een zeer zware taak te wachten; een moeilijke taakja, een schier bovenmenselijke taak, zo was Dinteloord door het oorlogsgeweld getroffen. Toen heb ik u ook gezegd, dat we zulks onder biddend opzien tot God met elkander moesten trachten op te bouwen en daarbij hebt u uw persoonlijke inzet nooit aan onthouden. Het was u nooit te veel, zelfs nog wel (ik mag dit met na druk vermelden) al had u geen spreekuur of gelegenheid en ik klopte bij u aan, dan kwam ik nooit tevergeefs bij u in de spreekkamer. U hebt in Dinteloord veel werk verricht. -1 2-

Raadsnotulen

Dinteloord: 1946-1996 | 1971 | | pagina 44